studie als het ware de smaak te pakken hadden gekre gen en de bestudering van de cursus voortzetten. Dit is ook de reden geweest, dat de afzonderlijke practijk- cursus is vervangen. Iemand, die thans het practische deel van de cursus (reeds enige jaren bestaande uit de lessen 1 tot en met 30) heelt bestudeerd, kan zonder iets te hebben gemist met de bestudering van de meer theoretische vakken doorgaan, teneinde te kunnen deel nemen aan de examens ter verkrijging van het opera- leursdiploma A of B. De operateursexamens, welke sedert 1947 worden af genomen, bestaan uit twee gedeelten, namelijk een schriftelijk en een mondeling examen. Tussen beide gedeelten wordt steeds een tijdvak van tenminste vier weken gehouden, opdat bij het mondeling examen de resultaten van het schriftelijk werk bekend zijn en daarmede rekening kan worden gehouden, in zoverre, dat de candidaten de gelegenheid krijgen fouten, welke schriftelijk zijn gemaakt, alsnog te corrigeren. Alleen bij de eerste examens was dit nog niet het geval. Het volledige examen bestaat, (evenals de cursus) uit zes onderdelen, te weten: cabinepractijk, brandveilig heidsvoorschriften, lichttechniek, electrotechniek, voor schriften electrotechniek (N 1010) en versterkertech niek. Aanvankelijk moest in al deze vakken in één keer examen worden gedaan, doch in 1952 werd door het Bestuur besloten een splitsing mogelijk te maken, waar door het examen ook in gedeelten van tenminste twee vakken afgelegd kon worden. Hiermede werd beoogd de candidaten de gelegenheid te bieden zich op twee of meer vakken hunner keuze te concentreren en aldus doende de kans van slagen aanmerkelijk te vergroten. Helaas, moet worden gezegd, dat de resultaten van deze splitsing in vele gevallen beneden de verwachtingen zijn gebleven. Ai te dikwijls bleek namelijk, dat de candidaat, die zich slechts voor het examen in twee vakken had aan gemeld, zich daarop allerminst serieus had voorbereid en eigenlijk alleen op het examen verscheen om maar eens een gokje te wagen. Het Bestuur heeft daarom reeds enige malen overwogen het tijdrovende en organi satorisch nogal wat complicaties opleverende gesplitste examen af te schaffen. Daar echter op die manier de goeden onder de kwaden moeten lijden, is hiertoe tot dusverre niet overgegaan. Voor wat betreft de inhoud van het examen dient, zoals reeds eerder is gezegd, de schriftelijke cursus als basis. Daarbij wordt er voortdurend naar gestreefd de exa- menvragen zoveel mogelijk op de practijk te richten en strikt theoretische onderwerpen tot het noodzakelijke minimum te beperken. Ter illustratie is in een bijlage bij dit verslag een aantal examenvragen opgenomen, waaruit duidelijk blijkt, dat de examens sterk op de practijk zijn gebaseerd. De in het verleden nogal eens gehoorde grief, dat met de examens te hoog zou worden gegrepen en dat men de operateurs te „geleerd" zou willen maken, wordt alleen al door deze voorbeelden in voldwoende mate gelogenstraft. Een zekere mate van theorie blijft echter onvermijdelijk, teneinde bepaalde technische uitvoe ringsvormen en de werking van diverse apparaten te kunnen begrijpen. Bij de snelle ontwikkeling, welke de laatste jaren op het gebied der projectie- en geluids systemen valt waar te nemen, zal deze elementaire ken nis van de voornaamste theoretische onderwerpen de operateurs, die met de nieuwe systemen moeten werken, zeker goed van pas zijn gekomen. Tenslotte zijn in de bijlage opgaven vermeld van het officiële operateursexamen, dat in Australië om het nu maar eens ver van huis te zoeken wordt afge nomen. Hieruit blijkt, dat de eisen welke aldaar worden gesteld, niet mis zijn. Ook de eisen, welke men in Enge land, België en Duitsland aan geschoolde operateurs stelt, liggen niet beneden onze maatstaven. Van de verdere Europese landen ontbreken ons vergelijkende gegevens. Het afnemen van de examens is m handen van een aantal deskundigen uit het bedrijf, enige leerkrachten van de Electro Technische School te Amsterdam en van andere onderwijsinstellingen, alsmede van een aan tal brandweerdeskundigen, aangewezen door de Rijks- brandweerinspectie. In deze kring van deskundigen zijn in de loop der jaren geen belangrijke wijzigingen ge komen, waardoor thans wordt beschikt over een corps van examinatoren, dat het te bestrijken terrein door en door kent en nauwkeurig weet, welke eisen gesteld kunnen en mogen worden. Uiteraard is dit voor een goede gang van zaken bij de examens van eminent be lang. Teneinde een indruk te geven van de omvang der werkzaamheden zij nog vermeld, dat de gezamenlijke commissies, die zijn belast met het afnemen van het mondeling examen in practische en theoretische vak ken, jaarlijks uit 20 a 26 personen bestaan. Het practisch gedeelte, waaronder begrepen het vak brandveiligheidsvoorschriften, wordt telkenmale afge nomen in de cabines van diverse Amsterdamse biosco pen, welke daartoe steeds welwillend door de respec tieve ondernemers ter beschikking zijn gesteld. Voorts is ten behoeve van operateurs, werkzaam in provinciale bioscopen, alwaar de wekelijkse arbeidstijd minder dan 24 uur bedraagt en voor wie de operateurs functie gewoonlijk een nevenberoep vormt, een reeds genoemd speciaal examen ingesteld en wel sedert 1951. Dit examen omvat slechts een mondelinge beoordeling van de kennis der cabinepractijk en brandveiligheids voorschriften. Geslaagde candidaten ontvangen een practijkcertificaat, dat alleen in bovenbedoelde cate gorie van bioscopen geldig is. De candidaten, welke voor het normale examen in zes vakken volledig slagen, verwerven het operateursdiplo ma A of B. Een A-diploma wordt uitgereikt aan degene, die tenminste de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en blijkens zijn werkboekje minimaal 800 practijkuren heeft gemaakt of tenminste één jaar ononderbroken in de practijk werkzaam is geweest. Heeft de betrokkene tenminste 3800 practijkuren gemaakt, of is hij tenminste 3 jaar onafgebroken als operateur werkzaam geweest en heeft hij de leeftijd van 21 jaar bereikt, dan wordt het diploma-B verstrekt. Aanvankelijk was het verschil tussen beide diploma's dus uitsluitend gelegen in de leeftijd en de hoeveelheid opgedane practische ervaring. Nadat echter in 1952 de mogelijkheid was geopend om het examen in gedeelten af te leggen is hierin enige wijziging gebracht, met dien verstande, dat aan een candidaat, die in vier vakken, waaronder de vakken cabinepractijk en brandveiligheidsvoorschriften, met succes examen heeft gedaan, het diploma-A wordt uit gereikt. Ook in dat geval moet echter worden voldaan aan de hierboven genoemde eisen betreffende leeftijd en practijkervaring. Nadat vervolgens met succes in beide resterende vakken examen is afgelegd ontvangt de candidaat het diploma- B, wederom met inachtneming van de overigens voor dit diploma geldende eisen. Het diploma-A geeft de houder het recht om als tweede of derde operateur op te treden. Het B-diploma ver strekt hem voorts volledige bevoegdheid als operateur. 81

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1956 | | pagina 80