i Genoemde diploma's zowel als het practijkcertificaat zijn sedert 1950 door de bindende loonregeling voor het bioscoopbedrijf officieel gesanctionneerd. Tenslotte wordt aan candidaten, die met succes schrif telijk en mondeling examen hebben gedaan in de vak ken cabinepractijk en brandveiligheidsvoorschriften, een tijdelijke dispensatie verleend, waarmede zij de bevoegdheid verwerven om als tweede operateur op te treden. Een dergelijke dispensatie heeft nimmer een langere looptijd dan tot aan het volgend examen, waar bij de betrokkenen dus de gelegenheid hebben het diploma A of B te behalen. De verleende tijdelijke bevoegdheid kan daardoor een permanente vorm krij gen. Sedert het eerste examen in 1947 werden de volgende resultaten geboekt: B co W -5 a U CQ ■*-i Q Q d Q O 1947 26 16 10 1948 29 5 12 12 1949 148 64 40 44 1950 135 52 26 57 1951 54 (PC 102) 19 8 27 74 28 1952 102 (PC 34) 13 17 39 33 19 15 1953 88 (PC 37) 9 26 28 25 26 11 1954 80 (PC 35) 17 21 14 28 18 17 1955 72 (PC 44) 12 15 20 25 27 17 1956 75 (PC 48) 12 13 21 29 20 28 809 300 203 194 122 290 184 116 Uit vorenstaande cijfers blijkt, dat het gemiddelde aan tal geslaagden voor het operateursexamen 64% van het aantal candidaten bedraagt. Bij het examen ter ver krijging van het practijkcertificaat ligt dit percentage op 61, hoewel daar de resultaten per jaar belangrijk minder constant zijn dan bij eerstgenoemde examens. Ten aanzien van het vermelde aantal van 203 B-diplo ma's zij opgemerkt, dat geen rekening is gehouden met de vervanging van het diploma-A door het diploma-B. Wanner namelijk de houder van een diploma-A, die in alle vakken met succes examen heeft gedaan, doch nog niet voldeed aan de overigens voor het verkrijgen van het B-diploma aangelegde normen, wel aan die normen kan voldoen, dat wil zeggen nadat hij de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt èn tenminste 3800 practijkuren heeft gemaakt respectievelijk 3 jaren onafgebroken als operateur in een bioscoop heeft gewerkt, kan hij het diploma-B aanvragen. Indien bij een dusdanige aanvrage een werkgeversver klaring wordt overgelegd, waaruit blijkt, dat de betrok kene de hem opgedragen operateurswerkzaamheden naar tevredenheid heeft verricht, dan wordt het diplo ma-B uitgereikt. Dit heeft tot dusverre in 76 gevallen plaatsgevonden, waardoor het totaal aantal afgegeven B-diploma's stijgt tot 279. Het genoemde aantal practijkcertificaten moet tot 193 worden verhoogd, daar in 9 gevallen tussentijds een practijkcertificaat is uitgereikt op grond van voorheen behaalde examenresultaten in de practische vakken. De betrokkenen waren oorspronkelijk voornemens het ope rateursdiploma in twee of meer gedeelten te verwerven, doch bleken later door functieverandering of bijvoor beeld oproeping in militaire dienst voorlopig met het practijkcertificaat te kunnen volstaan. Door het Secretariaat is sedert het invoeren van de werkboekjes in 1947 een nauwkeurige administratie opgebouwd inzake de operateurs, die in het bedrijf werken, respectievelijk hebben gewerkt. Dit werkboekje, waarin door de individuele werkgevers in de vorm van een staat van dienst de werkzaamheden van de operateurs met vermelding van hun functie wor den bijgehouden, is met het van kracht worden van de loonregeling voor het bioscoopbedrijf in 1950 officieel gesanctionneerd. Er werd toen namelijk bepaald, dat iedere operateur een werkboekje moet bezitten. Tevens werd bepaald, dat een werknemer voor het ver vullen van de functie van eerste operateur in het bezit moet zijn van het diploma-B in bioscopen met een normale wekelijkse arbeidstijd van minder dan 24 uur desgewenst een practijkcertificaat of van een vrij stelling of van een dispensatie. Voor de functie van tweede of derde operateur werd in plaats van het diploma-B het diploma-A geëist of de overigens hierboven genoemde bescheiden. Het begrip vrijstelling werd tegelijk met het uitgeven van de werkboekjes gecreëerd en wel ten behoeve van de ouderen onder de operateurs van wie moeilijk kon worden verlangd, dat zij toen nog aan de bestudering van een operateurscursus zouden gaan beginnen. Als norm werd aangelegd, dat zij, die konden aantonen vóór 1 Januari 1948 gedurende tenminste vijf jaren als eerste operateur te hebben gewerkt, voor een vrijstel ling in aanmerking kwamen. Het betrof hier dus een vrijstelling van de op de overige operateurs rustende plicht om het operateursdiploma respectievelijk prac tijkcertificaat te behalen, teneinde een hogere functie dan die van leerling-operateur te mogen vervullen. Nu dus de betekenis van de verschillende begrippen bekend is kunnen wij de stand van zaken per het einde van deze verslagperiode in de volgende overzichten analyseren. In het bedrijf zijn werkzaam: Gediplomeerde operateurs (diploma-A, B of beide)293 houders van het practijkcertificaat (exclusief 15 operateurs, die later het diploma-A of B heb ben behaald en dus onder de gediplomeerden zijn opgenomen): 153 Vrijgestelden (exclusief 20 vrijgestelden, die het diploma-A of B hebben behaald en 2 die het practijkcertificaat bezitten)474 Gedispenseerden: 40 Leerling-operateurs (waarvan er 198 de cursus gaan volgen, reeds volgen of geheel resp. ge deeltelijk hebben gevolgd, zonder tot dusverre met succes examen te hebben gedaan): 325 Onbevoegden (zij, die een hogere functie dan leerling-operateur vervullen zonder daartoe de elders omschreven bevoegdheden te bezitten)41 Totaal: 1326 Volgens de werkboekjesadministratie hebben voorts sedert 1947 808 operateurs het bedrijf verlaten, waarvan er 42 in het bezit waren van het diploma-B; 17 van het diploma-A; 23 van een practijkcertificaat en 133 van een vrijstelling. De overige werknemers hadden geen bevoegdheden of waren leerling-operateur. Van het totaal hadden tenslotte 265 personen de schriftelijke of mondelinge cursus geheel of gedeeltelijk gevolgd. 82 pj Praclijkcert. X rö i CO

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1956 | | pagina 81