20
Sociale Commissie wordt samengewerkt, het
voorstel ingediend om
a. de huurcompensatie 1957 alsnog in de lonen
te verwerken;
b. de lonen per 1 januari 1960 met 5% te
verhogen en
c. een toeslag van 100% vast te stellen voor
het werken op erkende christelijke feest
dagen, die niet op Zondag vallen.
De onder b en c genoemde voorstellen zijn
door de vertegenwoordigers van de werkgevers
in de Sociale Commissie voorlopig van de
hand gewezen, daar naar hun mening, gezien
de huidige omstandigheden voor het bioscoop
bedrijf, een verhoging van de lonen niet ver
antwoord is, hoewel overigens de gevraagde
verhoging van de lonen niet onredelijk werd
geacht.
Ten aanzien van het voorstel bedoeld onder a
werd besloten de van regeringswege aangekon
digde maatregelen voor een nieuwe huurver
hoging en daarbij behorende looncompensatie
af te wachten.
Tenslotte zijn in het afgelopen jaar op insti
gatie van de werknemers-vertegenwoordigers
nog diverse kwesties behandelde, waarbij het
er om ging, dat sommige werkgevers zich niet
houden aan de bepalingen van de Loonrege-
ling, speciaal voor wat betreft de bevoegd
heden van het technisch personeel.
Gelet op de zeer krappe arbeidsmarkt, in het
bijzonder in de technische sector, zijn deze
kwesties steeds met de grootste soepelheid
behandeld. Er mag verwacht worden, dat eer
lang in de desbetreffende gevallen aan de voor
schriften zal worden voldaan.
Het Bedrijfspensioenfonds voor het Film
en Bioscoopbedrijf, waaraan de deelneming
krachtens beschikking van de Minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid verplicht
is gesteld voor de werknemers in deze bedrijfs
tak, heeft in het verslagjaar opnieuw pen
sioenen toegekend, zodat er aan het einde van
het jaar 35 ouderdomspensioenen werden uit
gekeerd, 6 weduwenpensioenen en 6 wezen
pensioenen. Er waren op dat tijdstip omstreeks
1800 werknemers als deelnemers ingeschreven.
Zeer veel waarde valt te hechten aan de
gunstige regeling, welke het Bestuur van het
Fonds overeenkomstig het Pensioenreglement
heeft getroffen ten behoeve van de deelne
mers, die op 1 Januari 1958 vijftig jaar of
ouder waren. Naar gelang van de diensttijd
door hen na de vijftigste verjaardag volbracht
zal boven het reglementaire ouderdomspen
sioen een aanvullend pensioen worden ver
leend, waardoor de pensioenpositie der be
trokkenen aanmerkelijk zal worden verbeterd.
Het Bestuur van het Fonds was einde 1959
samengesteld uit de heren: R. Uges, Voorzit
ter; J. C. Vleggeert, Vice-Voorzitter; J. J. van
der Veer, Secretaris; H. Miedema, lid van het
dagelijks bestuur; W. J. L. van der Bol, J. G.
J. Bosman, L. Groen, J. van Helden, J. H.
Lefeber, E. J. Verschueren, A. F. Wolf f en
H. J. Zwart, leden.
Het Gemeenschappelijk Administratiekantoor
te Amsterdam fungeerde wederom als admini
strateur.