schadevergoedingsvordering. De Commissie van Geschillen had de vordering tot een zeker bedrag toegewezen. De Raad kwam echter tot een ander oordeel, omdat voor hem bij zijn onderzoek kwam vast te staan, dat de Com missie van Geschillen over dezelfde zaak op dezelfde grondslag in een ander geschil al uitspraak had gedaan, zodat de onderhavige vordering niet-ontvankelijk moest worden ver klaard. Gemengde arbitrage In de Gemengde Commissie van Geschillen kwamen in 1959 geen veranderingen, zodat deze Commissie evenals in 1958 als volgt was samengesteld J. C. A. Meischke, Amsterdam, Voorzitter; M. Samson, Rotterdam, Plaatsvervangend Voorzitter; A. van Bloemendaal, Groningen J. E. F. de Nijs, Breda i> l6den Mr. J. Derks, Amsterdam f plaats- J. v. d. Horst, Amsterdam vervangende leden H. W. Hagenberg, Secretaris. Er werden in het verslagjaar 2 geschillen aan hanging gemaakt en wel beide door een lid- bioscoopexploitant contra een reclame-exploi tant. De reclame-exploitant in kwestie werd in beide gevallen overeenkomstig de eis veroordeeld. Gemengde Raad van Beroep In de Gemengde Raad van Beroep hadden in het verslagjaar zitting de heren: R. Uges, Rijswijk, Voorzitter, D. J. van Leen, Wasse naar, Plaatsvervangend Voorzitter; J. Smit, Amsterdam, C. H. de Lange, Alkmaar, B. W. G. van Royen, Amsterdam, A. Turèl, Amster dam, leden, J. Duits, Dordrecht, M. Desmet, Eindhoven, A. F. Wolf f, Utrecht, Mr. Dr. J. C. C. Haar, Den Haag, plaatsvervangende leden, J. G. J. Bosman, Secretaris. Door het overlijden van de heer A. M. van Swieten de Blom was een vacature ontstaan, waarin werd voorzien door benoeming van Mr. Dr. J. C. C. Haar. Overigens zijn de zit ting hebbende leden herbenoemd. Bij de Gemengde Raad van Beroep werden in 1959 geen hoger beroepen ingesteld. 26

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1959 | | pagina 27