44 V 1286 bioscoopdiploma's voor militaire oor logsinvaliden. Film venzekening Zowel met betrekking tot de brand- als de all risks-verzekering is de gang van zaken in het verslagjaar gunstig geweest. Voor wat de eerste verzekering betreft hebben assuradeuren genoegen genomen met één vol ledig gespecificeerde voorraadopgave per jaar van alle films die niet ouder zijn dan drie jaren, met dien verstande, dat premie ver schuldigd is over de gemiddelde waarde der voorraden op twee opeenvolgende opname- data, verminderd met een vast bedrag voor de in roulatie zijnde films. Voor 1959 lag de gemiddelde totaalvoorraad op 9.018.000 meters, hetgeen belangrijk minder is dan het over 1958 becijferde gemiddelde van 10.969.000 meters, welk getal bovendien alleen de voorraden in de opbergruimten der verhuurders omvatte. Het aandeel der kleurenfilms is opnieuw gestegen en wel van 43 in 1958 naar 45 °/o. Ook in het verslagjaar is geen schade door brand in de filmopbergplaatsen voorgekomen. Van de mogelijkheid om voor eigen rekening andere films te verzekeren hebben vijf ver huurders gebruik gemaakt. Ook ten aanzien van de all risks-verzekering is een verbetering bereikt, doordat thans een billijker methode wordt toegepast voor de waardering van de bij een jaareinde onaf gedane schadegevallen. Mede als gevolg van het feit, dat de schadeclaims wederom beperkt zijn gebleven, is hierdoor over het verslagjaar een winstaandeel te verwachten van circa 15°/o der betaalde premies (over 1958 bedroeg het winstaandeel ruim 10°/o). Lijst van Geen Bezwaar Het aantal aanvragen tot plaatsing op de Lijst van Geen Bezwaar bedroeg dit jaar 1784 tegen 2337 in 1958. Hierbij zijn begrepen 53 (in 1958: 57) aan vragen voor televisie-uitzendingen. In 109 (in 1958: 178) gevallen werd de plaat sing geweigerd. Bij deze aantallen zijn niet begrepen de film- leveranties via de Stichting Nederlands Film instituut, die permanent op de Lijst van Geen Bezwaar is geplaatst. De leverantie van films ten behoeve van de filmvoorziening van leger, marine en lucht macht geschiedde op de gebruikelijke wijze krachtens de met het Centraal Filmbureau der Strijdmacht getroffen regeling. Toekenning van eretekens Teneinde de waardering van Bondswege tot uitdrukking te brengen voor trouwe plichts vervulling van hen, die vele jaren in dienst van eenzelfde onderneming in het film- en bioscoopbedrijf werkzaam zijn, heeft het Hoofdbestuur met zijn besluit van 28 Augus tus 1956 een ereteken ingesteld. Dit insigne, dat de vorm heeft van een gestileerd malthe- zer kruismechanisme, wordt ingevolge dit besluit verleend aan werknemers die ten minste 10 jaren bij dezelfde onderneming hebben gewerkt. Bij elk ereteken, dat uit sluitend wordt toegekend op voordracht van het Bondslid in wiens onderneming de be trokkene werkzaam is, wordt een certificaat uitgereikt, onder meer vermeldende de naam en de staat van dienst. In 1959 werden 36 zilveren steekspelden (voor heren) en 14 zilveren brochettes (voor dames) toegekend aan werknemers, die ten minste 10 jaren, maar minder dan 25 jaren, bij dezelfde onderneming in dienst waren. Boven dien werden 22 gouden steekspelden en 8 gouden brochettes verleend aan werknemers met een diensttijd van 25 tot 40 jaren. Ten slotte kende het Hoofdbestuur 3 gouden steek spelden met diamant toe aan werknemers, wier diensttijd 40 jaren of langer had be dragen. Het aantal uitgereikte eretekens sedert de instelling van het besluit is daarmede gekomen op 1.032, waarvan 828 zilveren eretekens, 238 gouden eretekens en 15 eretekens in goud met diamant. In totaal zijn aan dames 260 Bonds insignes uitgereikt, waarvan 226 zilveren en 33 gouden eretekens, alsmede 1 ereteken in goud met diamant. Commissie voot* Niet-Commenciële Reclame In de samenstelling van deze Commissie kwam geen verandering. Zij bestond wederom uit de volgende leden: J. van der Horst, Amsterdam, Voorzitter; P. J. Burbach, B. W. G. van Royen en J. Smit, allen te Amsterdam, leden; H. W. Hagenberg, Amsterdam, Secre taris; toegevoegd lid voor de beoordeling van sponsored films: L. W. R. Meyer, Amsterdam. Zij behandelde 17 aanvragen (tegen 15 in het vorig jaar) om reductie op de vertoningsprijs of kosteloze vertoning van bioscoopreclame,

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1959 | | pagina 45