50 Oudejaarsavond in de theaters voorstellingen werden gegeven, de werknemers uiterlijk om 22.00 uur vrijaf gegeven. Stichting Bio-Vacantieoond Het was te voorzien, dat de nieuwe omvang rijke taak die het Bio-Vacantieoord op zich heeft genomen met de stichting van het Bio- Herstellingsoord voor Minder-Valide Kinderen bij Arnhem, een belangrijke verzwaring van lasten met zich zou brengen. Ondanks een bijzonder zuinig beheer der geldmiddelen deed zich met het oog op de hoge kosten voor de bouw van genoemd herstellingsoord de noodzakelijkheid voor een extra collecte te houden. Het Bestuur van de Stichting besloot daarom de vroeger gebruikelijke Paascollecte, die enige jaren geleden was vervangen door een inzameling in de zomermaanden, weer te doen herleven, zodat er in 1959 dus in totaal drie collectes in de bioscopen zouden plaats vinden, te weten een Paascollecte, een zomer- collecte en een Kerstcollecte. De Paascollecte, welke van 27 Maart tot 10 April is gehouden, had een opbrengst van ƒ164.975,60, wat ruim ƒ60.000,— meer be tekent dan de opbrengst van de laatstelijk in 1954 gehouden Paascollecte. Het resultaat van de zomercollecte lag met 169.758,12 welis waar^ omstreeks ƒ37.000,— beneden dat van de zomercollecte in 1958, maar was toch mede in aanmerking genomen de ingelaste Paas collecte zeer goed te achten. Deze zomercol lecte werd boven de grote rivieren gehouden van 18 tot 28 Juli en daar beneden in het tijdvak van 8 tot 18 Augustus. De Kerstcollecte ten slotte, gehouden van 24 December 1959 tot 8 Januari 1960, behaalde een opbrengst van 243.056,44, wat slechts 8,724,98 minder was dan de uitzonderlijk hoge opbrengst der voorgaande Kerstcollecte. Door het fraaie resultaat van deze drie inza melingen, dat mogelijk is geworden dank zij de offerbereidheid van het bioscooppubliek en de krachtige en sympathieke medewerking van de directies en het personeel der biosco pen, zal de Stichting Bio-Vacantieoord haar niet geringe activiteiten op het terrein der volksgezondheid op energieke wijze kunnen voortzetten. Dit geldt niet alleen het reeds genoemde revalidatiecentrum bij Arnhem, maar uiteraard ook het bij de bioscoopbezoe ker zo bekende Koloniehuis „Russenduin" te Bergen aan Zee, waar in 1959 in totaal 795 kinderen werden verpleegd. Het Hoofdbestuur verleende de Stichting ook in 1959 de gebruikelijke subsidie van 1.125,—. Het Bestuur van de Stichting was aan het einde van het verslagjaar onveranderd samen gesteld uit de heren: Joh. Miedema, Voor zitter; R. Uges, Secretaris; W. K. G. van Royen, Penningmeester; J. G. J. Bosman, M. Gerschtanowitz, H. S. Boekman, W. G. Veldhuizen, M. J. W. Peters, J. Visser, C. van Willigen en C. van Liere, leden. Het Nederlandsche Roode Kruis De relaties tussen het Nederlandsche Roode Kruis en de Nederlandsche Bioscoop-Bond op sociaal terrein dateren van kort na de Bevrij ding, toen eerstgenoemde instelling wegens de levensomstandigheden van landgenoten in binnen- en buitenland en met het oog op het herstel van ons land haar activiteiten ten zeerste moest uitbreiden. Gelet op de grote financiële problemen, welke daarvan het gevolg waren, werd onder meer een beroep gedaan op het Hoofdbestuur van de Bond om bemiddeling te verlenen bij het houden van een collecte in de bioscopen ten behoeve van het Roode Kruis. De eerste inzameling in 1947 was het begin van een lange reeks, zodat dienaangaande van een traditie kan worden gesproken. Met de collecte van 1958, de twaalfde in successie, had het totaal der ingezamelde gelden een bedrag van één mil- lioen gulden overschreden. Uit erkentelijkheid voor dit feit heeft het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis een fraai Delfts blauw bord geschonken als teken van dank voor de medewerking van de zijde van het Bondsbestuur, de leden van de Bond en het bioscooppersoneel gedurende deze twaalf jaren ondervonden. Dit bord werd op 11 Augustus aangeboden door een delegatie van het Hoofdbestuur van het Roode Kruis, be staande uit de voorzitter van deze instelling, Mr. F. H. A. de Graaff, de directeur, de heer A. van Emden, en het hoofd van de Afdeling Voorlichting en Fondsenwerving, de heer J. C. Margadant. Bij die gelegenheid uitte Mr. de Graaff vooral waardering voor het feit, dat het streven van de Bond niet uitsluitend is gericht op de commerciële belangen, maar onder meer ook op belangrijke algemene so ciale belangen. Ook in het verslagjaar heeft het Hoofdbestuur zich tot de leden-exploitanten gewend met het

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1959 | | pagina 51