Afdeling Amsterdam 74 Producent Firma Triofilm H speelfilm (hoofdfilm) kleurenfilm Film From cocoa-bean to cocoa-Blooker/from Inca-time to Blooker-time Gouden lokken The magie hat Philips Infraphil The vengeance valley The weather crystal Oil underground Blijdorp oase in een wereldstad The wonder shoes Reclame film van Donkere wolken N.V. Koninklijke Nederlandse Soda-Industrie Delfzijl Opening Hollantor N.V. te Veenendaal Sta op Uw stuk Wanneer-Waar-Wat-Waarom De Vrije Universiteit bouwt aan de toekomst Vertonings duur me 15 min. 5 min. 5 V2 min. 7 min. 5 V2 min. 5 V2 min. 10 min. 45 min. 5% min. 2 min. 5 min. 25 min. 10 min. 40 min. 12 min. 30 min. Amsterdam, 12 Februari 1960. MR. H. B. F. J. A. PETERS, Secretaris. De bedrijfsresultaten vormen bepaald geen reden om het jaar 1959 met enige satisfactie te overzien. Welis waar moet de achteruitgang van het bezoek voor een deel worden geweten aan de langdurige periode van ongekend mooi zomerweer, maar er zijn ook andere nadelige factoren, verband houdende met de ingrij pende wijzigingen op het terrein van amusement en ontspanning, welke ons ten aanzien van de vooruit zichten in de naaste toekomst met zorg vervullen. Als deze dalende lijn zich voortzet, zal de destijds zo sterk aangedraaide belastingschroef hoe dan ook ener giek moeten worden losgedraaid, wil ons bedrijf niet in een kansloze concurrentiepositie geraken ten op zichte van de door de Overheid gesteunde en boven dien onbelaste televisie-exploitatie. Het Bestuur heeft in het afgelopen jaar al een eerste stap ondernomen om tot verlichting van de druk der vermakelijkheidsbelasting te komen en vestigde tijdens een onderhoud de aandacht van de nieuwe Wethouder van Financiën, Mr. R. van den Bergh, eveneens op de onbillijke fiscale behandeling van het bioscoop bedrijf welke te zwaarder weegt, nu blijkt, dat de niet-belaste televisie vooral in de hoofdstad een van de grootste concurrenten is. De gemeente vreest echter, dat zij een vrijwillige derving van inkomsten uit haar belastingbronnen niet gecompenseerd krijgt met uitke ringen uit het gemeentefonds en daarom is deze belastingaangelegenheid vooralsnog een zaak voor het Hoofdbestuur van de Bond dat bij de Rijksoverheid zal moeten trachten de weg te bereiden voor een vruchtbaar contact tussen de vertegenwoordigers dei- plaatselijke exploitanten en de gemeentebesturen. Intussen blijft het Bestuur diligent met betrekking tot het laatste vraagstuk, met name door opnieuw de mogelijkheden te onderzoeken om in afwachting van wat er op dit terrein landelijk zou kunnen gebeuren, bij de gemeentelijke instanties nader gehoor te krij gen met het oog op een spoedige verlichting van lasten. Wat de achteruitgang van het bedrijf aangaat is de taal der cijfers veelzeggender dan woorden. Ten op zichte van het jaar 1958 verminderde het bezoek in het verslagjaar met 14% en de netto-ontvangsten lie pen terug met een percentage van 17,8. Deze achteruitgang werd, zoals dat meestal gaat zodra de zaken slechter lopen, begeleid door het verschijn sel dat men ging grijpen naar reclamemethoden, die niet altijd door de beugel konden. In vijf gevallen heeft het Bestuur zich met annonceringen moeten bezighouden, waartegen door leden der afdeling klach ten waren ingediend. In twee gevallen zag het zich genoodzaakt, de aandacht van het Hoofdbestuur op de bewuste annonces te vestigen. In drie andere geval- len kon worden volstaan met een schriftelijke repri mande of een verzoek om matiging. Een ander tijdsverschijnsel, dat in toenemende mate de aandacht van het Bestuur en de ledenvergaderingen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1959 | | pagina 73