Nieuwe Zaken
27
In de loop van het verslagjaar werden in de
Commissie Nieuwe Zaken enige mutaties aan
gebracht, omdat de heren J. van Bentum en
J. P. M. A. Smulders hun functies ter beschik
king hadden gesteld. Ter voorziening in deze
vacatures benoemde het Hoofdbestuur de
plaatsvervangende leden M. J. W. Peters en
K. F. J. Wijsmuller. De daardoor opengevallen
plaatsen van plaatsvervangend lid-exploitant
en plaatsvervangend lid-filmverhuurder wer
den ingevolge benoeming door het Hoofdbe
stuur bezet respectievelijk door de heer L. van
Dommelen en de heer W. Hemelraad. De ove
rige leden en plaatsvervangende leden werden
herbenoemd.
Na deze mutaties bestond de Commissie uit de
volgende leden:
Mr. Dr. G. M. Greup, Amsterdam, Voorzitter;
Mr. B. Bouman, Overveen, plaatsvervangend
Voorzitter; C. J. Blad, Amsterdam, M. J. W.
Peters, Venlo (leden-exploitanten)J. L. Paerl,
Amsterdam, K. F. J. Wijsmulier, Amsterdam
leden-filmverhuurdersL. van Dommelen,
's-Gravenhage, H. Zondervan, Leeuwarden
(plaatsvervangende leden-exploitanten)W.
Hemelraad, Utrecht, L. W. R. Meyer, Amster
dam (plaatsvervangende leden-f ilm verhuur
dersA. H. Pieterse, Secretaris.
Er werden zes zittingen gehouden, waarvan de
eerste nog onder leiding stond van Mr. B.
Bouman. De hierop volgende vijf zittingen
werden wederom gepresideerd door Mr. Dr.
G. M. Greup, die gelukkig van de gevolgen ener
operatie was hersteld.
Werkzaamheden
Commissie Nieuwe Zaken
Er kwamen 15 aanvragen voor nieuwe zaken,
respectievelijk nieuwe bedrijfstakken, in be
handeling, waarvan 9 betrekking hadden op de
exploitatie van permanente bioscopen-A, 2 op
permanente bioscopen-B, 2 op verhuurkanto
ren van Nederlandse filmproductie-onderne
mingen (bedrijfstak e: verhuur Nederlandse
films), alsmede één op de toevoeging van de
bedrijfstak a van een filmproductiezaak (de
productie van speelfilms) en één op een film
productiezaak voor de voormalige bedrijfstak
e (de productie van films niet vallende onder
a, b, c en d) (thans gesplitst in de takken e
en f).
Toestemming werd verleend voor vier perma
nente bioscopen-A, en wel: de Nuts-Bio te
Schoonhoven, dakbouw Groot Handelsgebouw
te Rotterdam, nieuwbouw-Overschie te Rotter
dam en Parade Bioscoop te 's-Hertogenbosch,
alsmede voor twee permanente bioscopen-B,
namelijk in het Verenigingsgebouw te Moer
gestel en het Dorpshuis te Gouderak. Verder
werd toestemming verleend voor de aang-e-
vraagde verhuurkantoren van de heer A. Haan
stra te Laren en de N.V. Nederlandse Film
productie Maatschappij te Rotterdam, de aan
gevraagde bedrijfstak a voor de filmproductie
zaak van de heer A. Haanstra, alsmede de film
productiezaak Cascade Film van de heer J.
Blansjaar te Santpoort.
In één geval is de beslissing op het vestigen van
een bioscoop aangehouden wegens het ontbre
ken van de vereiste gegevens; vier aanvragen
voor permanente bioscopen-A te Schinnen
(nieuwbouw), Hilversum (Fiësta), Rotterdam
(Jeugdhuis 't Slag) en Wageningen (Junus-
hoff) werden afgewezen. Tegen drie beslis
singen werd beroep aangetekend.
Commissie Beroep Nieuwe Zaken
In het verslagjaar kwam in de samenstelling
van de Commissie Beroep Nieuwe Zaken geen
wijziging.
Zij bestond uit: Mr. J. Milius, Den Dolder,
Voorzitter; Mr. J. A. van Lanschot Hubrecht,
Wassenaar, Vice-Voorzitter; Mr. A. Greebe,
Voorburg, lid; H. S. Boekman, Amsterdam,
lid-filmverhuurder; W. F. Dubbelman, Am
sterdam, lid-exploitant; Mr. N. C. Beudeker,
Amsterdam, Mr. M. Geerling, Amsterdam en
Drs. E. H. Scherks, Utrecht, plaatsvervangende
leden; C. S. Roem, 's-Gravenhage, plaatsver
vangend lid-filmverhuurder; B. W. G. van
Royen, Amsterdam, plaatsvervangend lid-ex
ploitant; H. W. Hagenberg, Secretaris.
In 1960 heeft de Commissie Beroep Nieuwe
Zaken zeven hoger beroep zaken behandeld,
waarvan er twee in 1959 aanhangig waren ge
maakt. In zes gevallen werd de beslissing van
de Commissie Nieuwe Zaken bevestigd en in
een geval vernietigd.
Geweigerd werd toestemming tot het gaan ex
ploiteren van vier bioscopen, namelijk één te