2
68
Venetië door een speciale E.E.G.-commissie geselec
teerd, doch daarna bleek dat de organisatoren de pro
blemen verbonden aan het houden van Europese film
avonden hadden onderschat, om welke reden voorlopig
van het denkbeeld moest worden afgestapt. Niettemin
is ons medegedeeld, dat het ingezonden Nederlandse
werk unanieme bewondering had opgewekt van het
internationale beoordelingscomité.
Tenslotte werd onze Afdeling via de Nederlandse Tele
visie Stichting benaderd door de Internationale Broad-
casting Union met het verzoek een vertegenwoordiger
aan te wijzen voor een selectiecommissie, die de even
tuele Nederlandse inzending voor deelneming aan het
in Mei 1961 te houden Eurovisie Filmfestival zou moe
ten vaststellen. Per het einde van het verslagjaar was
in deze nog geen beslissing genomen.
De productie
Zoals reeds in de aanvang van dit verslag werd gesteld,
was 1960 een bedrijvig jaar. Er kwamen maar liefst zes
hoofdfilms gereed, te weten: „De zaak M.P." van Bert
Haanstra's Filmproductie, „Faja lobbi" van Herman
van der Horst, „Makkers staakt uw wild geraas" van
de N.V. Nederlandse Filmproductie Maatschappij, en
de herziene versie van de film „Stranding" geprodu
ceerd door Spectrum in samenwerking met de N.V.
Standaardfilms Productie Maatschappij. Daarenboven
kwamen bij Rex Film twee nieuwe jeugdfilms gereed,
te weten „Dik Trom en het circus" en „De Zigeuner
jongen". Gerekend vanaf 1950 heeft Rex Film hier
mede het respectabele aantal van acht jeugdfilms op
haar naam gebracht en heeft zij voor het komende
jaar de negende film in productie genomen. Daarenbo
ven waren nog drie Nederlandse speelfilms in pro
ductie, respectievelijk in voorbereiding, waarvan „Het
mes" van de N.V. Nederlandse Film Productie Maat
schappij tegen het einde van het verslagjaar reeds prac-
tisch gereed was.
Verder is ook dit jaar een groot aantal korte films,
reclamefilms en televisiespots geproduceerd, waarvan
in de bijlage van dit verslag een zo nauwkeurig moge
lijke opsomming is gegeven. Het onderstaande over
zicht geeft tenslotte een globaal beeld van de activi
teiten van onze leden-producenten in het jaar 1960.
NEDERLANDSE FILMPRODUCTIE IN 1960
Categorie
Aantallen
gereed
in voorberei-
ding/productie
Hoofdfilms
4/^
2 2
3
Jeugdfilms
1
Documentaires -
- vrij
6
Documentaires -
opdracht
17 yt
32
Opdrachtfilms/instructiefilms
13 Z}>
5
Reclamefilms
148
38
T.V.-films
5 V
4
iv .-spots voornameiijK t.n.v.
------_-.
het buitenland
meer dan 500
onbekend
Journaalonderwerpen en docu
mentaire onderwerpen T.V. ca. 2000
Ter nadere toelichting diene, dat onder vrije documen
taires al of niet gesubsidieerde films over onderwerpen
van algemene aard moeten worden verstaan; onder
opdracht documentaires, korte films waarvan het on
derwerp door de opdrachtgever is bepaald en waar
mede in het algemeen voorlichting wordt beoogd;
onder opdrachtfilms min of meer instructieve korte
films, waarmede niet in hoofdzaak reclame-oogmerken
worden nagestreefd; de overige gebezigde namen spre
ken voor zichzelf.
Uit vorenstaande opsomming blijkt, dat er dus in de
documentaire sector dit jaar 32 korte films zijn gereed
gekomen en dat er per het einde van het verslagjaar
niet minder dan 43 van zulke films in voorbereiding
waren.
Ook naar buiten heeft het Nederlandse productiebe
drijf in 1960 een uitmuntend figuur geslagen. Daar in
het orgaan „Film" regelmatig melding is gemaakt van
de door onze leden behaalde prijzen en eervolle ver
meldingen, zullen wij op deze plaats dienaangaande
niet in herhaling treden. Een uitzondering willen wij
echter maken voor het feit, dat de eerste maal in de
geschiedenis een Nederlands filmer de bekende Ame
rikaanse Oscar-onderscheiding heeft verworven en wel
Bert Haanstra voor zijn documentaire film „Glas". De
onderscheiding werd op 16 Juni door de Ambassadeur
van de Verenigde Staten, de heer Philip Young, in
's-Gravenhage aan Bert Haanstra uitgereikt. Verder
mag niet onvermeld blijven, dat op het 13e internatio
nale Filmfestival te Cannes aan Max de Haas een spe
ciaal daartoe in het leven geroepen onderscheiding is
toegekend voor zijn werken als pionier en vernieuwer
van de filmkunst. Hoewel wij dus op deze plaats van
een verdere opsomming zullen afzien, willen wij niet
nalaten met enig cijfermateriaal de omvang van de
Nederlandse representatie in het buitenland te illustre
ren. Nederland heeft in 1960 blijkens opgave van het
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
dat steeds bij vertegenwoordigingen op buitenlandse
festivals een zeer verdienstelijke bemiddelende rol
vervult, met 158 inzendingen deelgenomen aan 72 film
festivals verspreid over de gehele wereld. In totaal
werden 32 prijzen verworven, waarvan elf eerste prij
zen, twee tweede prijzen en negentien speciale prijzen.
De film „Glas" van Bert Haanstra verwierf vijf eerste
prijzen en twee speciale prijzen en de film „Prijs de
zee" van Herman van der Horst vier eerste prijzen en
vier speciale prijzen.
P- Het aantal producenten werd dit jaar met één uitge
breid door de toelating van de heer J. Blansjaar, Cas
cade Film, tot het lidmaatschap en is aldus gehand
haafd op 33, aangezien eveneens één lid-producent
werd uitgeschreven, te weten de heer R. Hornecker.
(^De filmfabrieken,
De activiteiten van de Nederlandse laboratoria waren
in 1960 eveneens zeer omvangrijk. Hoewel op dit ge
bied niet over nauwkeurige gegevens wordt beschikt,
menen wij te kunnen vaststellen, dat gedurende het
verslagjaar door de gezamenlijke leden-filmfabrikanten
ruim tien miljoen meter filmmateriaal werd verwerkt,
waaronder ruim vijfhonderdduizend meter kleuren
film. Een en ander ondanks het feit, dat het aantal in
gevoerde zwart/wit negatieven terugliep van 87 in 1959
tot 59 in 1960.