Buitenlandse betrekkingen B.I.C. van de zijde van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en het Rijk ontvangt. Voor 1962 werd door het Rijk een verhoogde subsidie toegekend, voor 1963 zal dit andermaal het geval zijn. Bij vroegere gelegenheden is al vermeld, dat ondanks deze grotere bijdrage van het Rijk de beschikbare middelen van het Productiefonds nog zeer onvoldoende zijn om voor de Nederlandse speelfilmindustrie in ruimere mate mogelijkheden te openen. Dat laat echter niet weg, dat er in het verslagjaar in tegenstelling tot het vorige jaar, waarin zich slechts drie speelfilms waaronder twee jeugdfilms voor financiële steun aanmeldden, een belangrijke activiteit op het terrein van de speelfilmproductie is geweest. Niet minder dan acht speelfilms waaronder drie jeugdfilms ontvingen in 1962 van het Productiefonds een financiële bijdrage. Ter verzekering van de continuïteit in de speelfilmproductie is het financiële beleid door het Bestuur zo danig gevoerd, dat de productie van een bescheiden aantal hoofdfilms in het volgende jaar verzekerd is. Het Bestuur bleef zich op het standpunt plaatsen, dat het uit een oogpunt van continuïteit in de filmproductie onontbeerlijk is, dat het schrijven van scenario's in ruimere kring onverminderd wordt voortgezet. Tot dit doel verstrekte het Fonds dit jaar aan schrijvers van scenario's een vijftal voorschotten. De verschillende internationale organisaties, die werkzaam zijn op het gebied van film en bioscoop, hebben in 1962 een opmerkelijke activiteit aan de dag gelegd. In het bijzonder geldt dat voor de organisaties, die zich bezighouden met de pro blemen als gevolg van de totstandkoming van de Europese Economische Gemeen schap ontstaan. In het afgelopen jaar hebben de internationale besprekingen daardoor veel tijd gevergd. Op de bijeenkomst van het Bureau International du Cinéma, die op 26 en 27 april te Milaan heeft plaats gevonden, waren namens de Nederlandsche Bioscoop Bond aanwezig de heren Joh. Miedema, Bondsvoorzitter, C. S. Roem, Voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten, en J. G. J. Bosman, Bondsdirecteur. Het B.I.C. is het overkoepelende orgaan van de internationale organisaties van bioscoopexploitanten, filmverhuurders, filmproducenten en film technische bedrijven. Tijdens deze vergadering stond het toekomstige lot van de Europese film in het brandpunt van de belangstelling van de verschillende delegaties, die onder meer afkomstig waren uit Spanje, West-Duitsland, België, Groot-Brittannië, Italië, Frankrijk, Oostenrijk, Israël, Portugal en Zwitserland. Hoofdthema's vormden de wenselijkheid van behoud en uitbreiding van de steunmaatregelen ten gunste van 17

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1962 | | pagina 17