20
C.I.C.E.
Te Rome heeft op 30 april een voorbespreking plaatsgevonden tussen vertegen
woordigers van het film- en bioscoopbedrijf uit verschillende landen ter voorbe
reiding van de oprichting van een Comité van de Europese Filmindustrie (Comité
de 1'Industrie Cinématographique Européenne C.I.C.E.). Deze bespreking werd
voor Nederland bijgewoond door de heren CS. Roem, Voorzitter van de Bedrijfs
afdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten, en J. G. J. Bosman, Bondsdirec
teur. De besprekingen leidden tot een nieuwe bijeenkomst te Cannes op 17 mei,
waarbij de heer Roem aanwezig was.
Te Cannes hebben de nationale bedrijfsorganisaties op het gebied van de produktie
van speelfilms, de produktie van korte films, de verhuur van films en de film
technische bedrijven, gevestigd in het gebied van de Europese Economische
Gemeenschap, inderdaad besloten een Comité van de Europese filmindustrie in
te stellen. Dit Comité heeft ten doel de ernstige problemen, waarvoor de industrie
zich in de bewuste staten geplaatst ziet, te bestuderen en met de grootste urgentie
middelen te vinden tot verbetering van de situatie.
Op 15 en 16 oktober zijn in Parijs opnieuw onderhandelingen gevoerd in het
kader van het C.I.C.E. om te komen tot de opstelling van een Europese filmpoli-
tiek, die de in het kader van de E.E.G. voorgeschreven harmonisering van de
concurrentieverhoudingen zal kunnen bewerkstelligen. Ons land was daarbij ver
tegenwoordigd door de heren Joh. Miedema, Bondsvoorzitter, C. S. Roem, Voor
zitter van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten, en J. G. J.
Bosman, Bondsdirecteur.
Het uitgangspunt van de onderhandelingen vormde een ambitieus plan, dat twee
belangrijke maatregelen beoogde: afschaffing van de vermakelijkheidsbelasting in
de zes landen en zelffinanciering van de filmproduktie door de stichting van een
speciaal fonds.
Volgens de bepalingen van het E.E.G.-verdrag zullen op het gebied van de film,
evenals in andere bedrijfstakken, gelijke concurrentieverhoudingen tussen de ver
schillende landen moeten worden tot stand gebracht. Dat betekent dus zowel een
harmonisering van de steunmaatregelen als een gelijktrekken van de tarieven van
de vermakelijkheidsbelasting. In de officiële onderhandelingen, die op regerings
niveau worden gehouden, was nog niet veel bereikt. Om de impasse te doorbreken
hebben de Europese filmproducenten het initiatief genomen tot het uitwerken
van een systeem, dat in alle landen kan worden toegepast, dat de economisch
noodzakelijke steun handhaaft, maar dat tevens de concurrentieverhoudingen met
elkaar in overeenstemming brengt.
Het C.I.C.E. gaat ervan uit, dat de vermakelijkheidsbelasting geheel moet worden
afgeschaft en door het bedrijf de nodige gelden moeten worden opgebracht voor
de stichting van een fonds ter financiering van de Europese filmproduktie. De
besprekingen hebben echter een moeizaam verloop gehad, omdat men bezwaar
lijk tot overeenstemming kon komen over de regeling van de details van het plan.
Het overleg kon in 1962 niet worden voltooid.