38 Toepassing en uitvoering van reglementen en besluiten Voorbereiding Internationale Filmweek in 1963 In het verslagjaar zijn in bescheiden mate, zij het op ruimer schaal dan voorheen gebruikelijk was, verzoeken bij het Hoofdbestuur ingediend tot het verlenen van dispensatie ingevolge artikel 5 van het Bedrijfsbesluit Filmvertoning. Deze ver zoeken hadden voornamelijk ten doel de programmering van zogenaamde repriseweken, waaronder dient te worden verstaan de hervertoning in een speel- week van een aantal films, die qua regisseur, acteur of anderszins onderling verwant zijn. Het Hoofdbestuur heeft de aangevraagde dispensaties verleend, voorzover zulks althans viel te rijmen met de aan artikel 5 van het besluit ten grondslag liggende bedoeling om de hierin neergelegde ontheffingsbevoegdheid slechts uitzonderingsgewijze te hanteren. In 1962 zijn geen nieuwe aanvragen bij het Hoofdbestuur ingediend van de zijde van oud-werknemers in het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf om op grond van de machtiging der jaarlijkse ledenvergadering dd. 1 april 1957 uitkeringen uit de Bondskas te doen. Deze mogelijkheid is destijds met bepaalde restricties in het leven geroepen ten behoeve van oud-employé's, die de leeftijd voor deelneming in het Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf hebben overschreden. Ingevolge vroegere beslissingen van het Hoofdbestuur werden in het verslagjaar aan zes personen uitkeringen als vorenbedoeld verstrekt. Door de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten werden conform de artikelen 21 en 22 van het betrokken afdelingsreglement twee besluiten aan het Hoofdbestuur voorgelegd. Tegen een der besluiten, dat een tijdelijke regeling inhield voor een collectieve verzekering tegen de risico's bij de productie en de bewerking van films, had het Hoofdbestuur geen bezwaar. Het besluit verkreeg daarmede rechtskracht. Het tweede besluit hield uniforme leveringsvoorwaarden in met betrekking tot het uitvoeren van opdrachten van niet in het Bedrijfsregister van de Bond ingeschreven opdrachtgevers. Ook met dit besluit kon het Hoofd bestuur zich, zij het met een voorbehoud nopens de geldigheidsduur, eveneens verenigen. Het Hoofdbestuur heeft in het verslagjaar voorbereidingen getroffen voor een in 1963 te houden internationale filmweek, de vijfde in successie. Gememoreerd zij, dat de eerste filmweek, in 1955 te Arnhem gehouden, zich na contact tussen de Bondsdirecteur en wijlen de heer Ch. van Biene heeft ontwikkeld uit een combina tie van plannen van het gemeentebestuur van Arnhem, de leiding van het Holland Festival en het Hoofdbestuur. De week werd gekoppeld aan de zestigste verjaardag van de uitvinding der cinematografie door de gebroeders Lumière. De Arnhemse filmweek van 1955 heeft duidelijk de behoefte aangetoond aan een manifestatie op filmgebied in ons land, welke periodiek gelegenheid zou bieden verschillende aspecten van het filmverschijnsel te belichten en waaraan door een speciale

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1962 | | pagina 38