Ledenvergadering en Ledenraad De Bond werd op de vergaderingen van de Internationale Unie van Bioscoop exploitanten (U.I.E.C.) vertegenwoordigd door de Bondsvoorzitter, de heer Joh. Miedema, en de Bondsdirecteur. De heer Miedema fungeerde wederom als vice- president van deze unie. In de Internationale Federatie van Verenigingen van Filmproducenten (F.I.A.P.F.) en de Internationale Bond van Filmtechnische Industrieën (C.I.T.C.) werd de Bond vertegenwoordigd door de heer C. S. Roem. De heer H. S. Boekman vertegenwoordigde de Bond in de Internationale Federatie van Verenigingen van Filmverhuurders (F.I.A.D.). In het Bureau International du Cinéma (B.I.C.) had de Bondsvoorzitter zitting voor de U.I.E.C. en de heer C. S. Roem voor de C.I.T.C. In het Comité de 1'Industrie Cinématographique Européenne (Cl.CE.) werd de Bond vertegenwoordigd door de heren J. G. J. Bosman en C. S. Roem en in de Union Européenne du Spectacle Cinématographi que door de Bondsvoorzitter en de Bondsdirecteur. Er zijn in 1962 twee ledenvergaderingen gehouden. De eerste, zijnde de jaar vergadering, vond plaats in Amsterdam op 9 april. In zijn openingsrede heeft de Bondsvoorzitter, de heer Joh. Miedema, aandacht geschonken aan de collectieve reclamecampagne, het wetsontwerp tot wijziging van de Bioscoopwet, de nationale filmproductie, de Nederlandse Filmacademie en het probleem van de toll-televisie. De Voorzitter ging uitvoerig in op het lastenvraagstuk, waarbij hij een uiteen zetting gaf van de stand van zaken met betrekking tot de actie tegen de vermake- lijkheidsbelasting. Besloten werd aan de Minister-President en aan de Staats secretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een telegram te zenden, waarin bij de regering werd aangedrongen op de grootst mogelijke urgentie bij de oplossing van het lastenvraagstuk. Nadat de commissie van rapporteurs, bestaande uit de heren E. Alter te 's-Graven- hage, C van Liere te Goes en H. Zondervan te Leeuwarden rapport had uitge- 55 bracht over de door haar gevraagde inlichtingen over de financiële stukken, werd de rekening en verantwoording over 1961, alsmede de balans per 31 december 1961 goedgekeurd. Eveneens werden goedgekeurd het contributievoorstel van het Hoofdbestuur, alsmede het voorstel van het Hoofdbestuur om ter dekking van de kosten verbon den aan een verlenging van de collectieve actie tot stimulering van het bioscoop bezoek voor het jaar 1963 van de leden een extra bijdrage te heffen en een bepaald bedrag uit het kapitaal van de Weerstandskas te bestemmen als aanvulling op de baten resulterende uit de extra heffing. Over het laatste voorstel is in den brede beraadslaagd. Het werd bij meerderheid van stemmen aangenomen. Hierna werd de begroting voor het jaar 1962 overeenkomstig het voorstel van het Hoofdbestuur vastgesteld. Bij enkele candidaatstelling werd de heer G. J. H. Dujardin, Driebergen, gekozen tot lid van het Hoofdbestuur in de vacature, ontstaan door het periodiek aftreden

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1962 | | pagina 55