Vervroeging
vertoningsweek
67
wone film tegen een gewone filmhuur.
Bij de bestudering van dit denkbeeld
heeft het Bestuur gebruik gemaakt
van cijfermateriaal, dat de leden be
treffende de verhuur van een aantal
vrij verhandelbare films hebben be
schikbaar gesteld. Het Bestuur is daar
bij van de stelling uitgegaan, dat de
bioscoopexploitant bij vertoning van
een dergelijke film redelijkerwijze
aanspraak kan maken op een hem toe
komend deel der recettes, dat wat ho
ger ligt dan bij vertoning van een film,
waarvoor niet meer wordt betaald dan
het reglementair vastgestelde maxi
mum. Bij toepassing van deze stelling
op het beschikbaar gestelde cijfer
materiaal bleek de grens te liggen bij
een netto-jaarrecette van circa
75.000,—.
In aanmerking nemende, dat het on
der de huidige tijdsomstandigheden
meer dan ooit noodzakelijk is de goe
de samenwerking tussen filmverhuur
ders en exploitanten te versterken,
gaf het Bestuur aan het Hoofdbestuur
te kennen, dat het bereid was een
voorstel in de geest van het denkbeeld
van de Afdelingsraad te verdedigen,
mits de groep waarop de voorgestelde
indiening van toepassing zou zijn, be
perkt zou blijven tot de theaters met
geen hogere netto-jaarrecette dan
ƒ75.000,—. Hieraan heeft het Be
stuur een ander denkbeeld gekoppeld,
namelijk om de werkingssfeer van het
recht om een maximum filmhuur-
garantie van ten hoogste 40,per
hoofdfilm te bedingen uit te breiden.
De grens lag tot dusver bij een netto-
weekrecette van gemiddeld 260,
maar het Afdelingsbestuur achtte het,
gezien de directe op elke filmlevering
drukkende kosten, noodzakelijk dat
deze grens zou worden opgetrokken
tot dezelfde als die van de hiervoren
bedoelde groep theaters, die van de
gunstige regeling met betrekking tot de
vrij verhandelbare films zouden pro
fiteren. In deze zin heeft het Hoofd
bestuur een tweetal voorstellen aan de
Ledenraad voorgelegd, waarin echter
de grens op 100.000,netto-jaar
recette werd gesteld.
De ledenvergadering van 9 november
hechtte haar goedkeuring aan beide
voorstellen en diende bij het Hoofdbe
stuur een amendement in op het voor
stel betreffende de vrij verhandelbare
films van de volgende inhoud: Het
Hoofdbestuur verstrekt jaarlijks uiter
lijk voor 1 april aan de filmverhuur
ders, leden van de Bond, een schrif
telijke opgave van de nettorecettes
van elke bioscoop afzonderlijk in het
voorafgaande jaar. De ledenvergade
ring was namelijk van mening, dat om
de redelijkheid van de condities der
sliding scale te beoordelen, het be
schikbaar zijn van exacte gegevens
noodzakelijk is.
De Ledenraad nam beide voorstellen
aan. Het amendement werd na een
toezegging van het Hoofdbestuur be
treffende bestudering van de materie
waarop het amendement betrekking
heeft, ingetrokken.
In de loop van het verslagjaar zijn ge
gevens bekend geworden over de re
sultaten van de proef met de vervroe
ging van de aanvang van de verto
ningsweek in de drie grote steden, die
in october 1961 is begonnen. Geble-