Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten
der in deze Commissie vertegenwoor
digde werknemersorganisaties de de
zerzijds als redelijk en mogelijk be
schouwde grenzen teboven gingen.
Ook de verkorting van de werktijd tot
gemiddeld 45 uur per week, waar
mede onze Raad zich eveneens in
principe had accoord verklaard, kon
daardoor voorshands geen doorgang
vinden.
De door onze Raad eind 1961 in het
leven geroepen kleine adviescommis
sie voor de vertoningsprijzen van re
clamefilms kreeg in het verslagjaar
een vrij groot aantal gevallen van
prijsherziening te beoordelen. Op en
kele uitzonderingen na werden alle
door deze commissie verstrekte advie
zen vrijwillig door de betrokken leden
opgevolgd waardoor de dreiging van
een door onze Raad ongewenst geach
te prijsbeweging kon worden afgewend.
De in enkele afdelingen heersende op
vatting dat de bestaande structuur van
de Ledenraad principiële bezwaren
zou opleveren bij de behandeling van
hoger beroep, ingesteld tegen beslis
singen van het Hoofdbestuur, vormde
eveneens een onderwerp van uitge
breide gedachtenwisseling. Juist door
dat de discussies voornamelijk op een
academische argumentatie berustten,
kon hieromtrent geen eenstemmigheid
in onze Raad worden bereikt en de
door enkele leden gedane suggesties
om tot een compromis-oplossing te ge
raken brachten het dan ook niet tot
volledig geformuleerde voorstellen.
Tenslotte werd nog aandacht besteed
aan enige andere punten, zoals de
boeking van reclamefilms op lange
termijn met de daaraan voor de ex
ploitanten verbonden problemen bij de
wisseling van reclamepachter, de wen
selijkheid van een journaal bestaande
uit een combinatie van Nederlands- en
Wereldnieuws, de wettelijke toelaat
baarheid van nachtvoorstellingen
zonder speciale gemeentelijke vergun
ning, de reclame van Belgische bios
coopondernemers in Nederlandse
bladen in de grensstreek en aan ver
schillende andere onderwerpen van
incidentele aard.
Het Dagelijks Bestuur van onze Raad
liet van zijn belangstelling blijken bij
jubilea, openingen van nieuwe of ver
bouwde theaters, belangrijke premières
en andere gebeurtenissen die daartoe
aanleiding gaven. Namens onze Raad
betuigde het Bestuur zijn deelneming
bij het overlijden van de heer Charles
van Biene, die gedurende een reeks
van jaren zitting had in onze Raad en
wiens grote verdiensten erkenning had
den gevonden in de aanbieding van
het erelidmaatschap van onze Bond.
Zijn levendige belangstelling voor het
film- en bioscoopbedrijf in al zijn ge
ledingen, zijn grote werkkracht en zijn
inventieve geest zullen ons steeds ten
voorbeeld strekken.
Amsterdam, februari 1963
W. F. Dubbeldeman,
Secretaris
75
Er kwamen in het verslagjaar drie
nieuwe Nederlandse speelfilms in
première, terwijl per eind december
nog twee andere speelfilms praktisch