Bestuurswerkzaamheden
77
filmverzekeringen werden hier en
daar op ondergeschikte punten ver
beterd, terwijl voor de W.A.-verzeke
ring een ruimere dekking op het ge
bied van de vermogensschade werd
aangeboden. Over al deze zaken zal
in het komende jaar beslist moeten
worden.
Tenslotte werd in de laatste leden
vergadering, die in het verslagjaar
plaatsvond op voorstel van een van de
leden besloten, naar buitenlands voor
beeld, minimum tarieven vast te
stellen voor het maken van ontwerpen
voor exposé's, manuscripten of draai
boeken in geval dusdanige ontwerpen
niet tot een filmopdracht leiden. Het
werd namelijk onjuist geoordeeld, dat
op dit gebied, al dan niet uit concur
rentie overwegingen, dikwijls gratis
werk wordt geleverd. Besloten werd,
dat deze materie in de vorm van een
Bedrijfsbesluit zal worden gegoten en
dat daarin tevens de kwestie der
„retourcommissie" zal worden gere
geld. Dit besluit kwam in het verslag
jaar niet meer aan de orde.
Het Bestuur was evenals in 1961
samengesteld uit de heren C. S. Roem,
Voorzitter, L. W. R. Meyer, Vice-
Voorzitter, Mr. H. B. F. J. A. Peters,
Secretaris, M. de Haas, Penningmees
ter, T. de Wit, terwijl als administra
teur optrad de heer L. Claassen. Er
zijn elf Bestuursvergaderingen ge
houden benevens twee besprekingen
met vertegenwoordigers van de Rijks
voorlichtingsdienst aangaande het
reeds eerder genoemde opdrachtkon-
trakt.
Aan de Commissie Nieuwe Zaken
zijn adviezen uitgebracht inzake aan
vragen van de heer Joh. Blansjaar,
Cascade Film, voor de produktie
van losse actualiteiten; van de heer
A. Brosens voor de bedrijfstakken e
en f van een filmproduktiezaak, van
heer L. van Gasteren voor de bedrijfs
tak k van een filmfabriek en voor de
bedrijfstak a (speelfilms) van een
filmproduktiezaak; van de firma
Mundofilm voor de bedrijfstakken e
en f van een filmproduktie zaak en van
de heer A. H. Heineken, Cineurope,
voor de bedrijfstak a van een film
produktiezaak (speelfilms).
In al deze gevallen is de gevraagde
toestemming verleend.
De kwestie der filmverzekeringen,
waaromtrent onder het hoofd Leden
vergaderingen reeds het nodige is
vermeld vergde veel aandacht, het
geen eveneens geldt ten aanzien van
het in het vorige jaarverslag besproken
ontwerpkontrakt voor de vervaardiging
van commerciële televisiefilms. Het
overleg met de televisiecommissie van
de Vereniging voor Erkende Adver-
tentiebureaux werd voortgezet en er
kwam een tweede ontwerpkontrakt
tot stand waarin de rechten en de
plichten van de producent en de op
drachtgever op dit tamelijk gecompli
ceerde terrein zo nauwkeurig moge
lijk werden vastgelegd. Per het einde
van het verslagjaar was over dit stuk
nog geen overeenstemming bereikt en
de onderhandelingen zullen dan ook
in 1963 worden voortgezet.
Het Technisch Film Centrum te Den
Haag lanceerde het plan om in 1962
een industriële filmdag te organiseren,
waarbij potentiële opdrachtgevers, spe
ciaal uit de industriële sector van het