Manifestatie
filmproduktiebedrijf
79
komen.
In de ledenvergaderingen, waarin deze
kwestie ter sprake kwam rezen be
zwaren tegen het verlenen van de ge
vraagde medewerking o.a. omdat men
het belang van het documentatiecen
trum in overheidshanden vooralsnog
niet kon inzien. Nadat het Bestuur de
nodige informaties had ingewonnen
omtrent het gebruik van de te verstrek
ken, tamelijk uitvoerige, gegevens en
omtrent de toegankelijkheid van deze
documentatie voor buitenstaanders,
werd aan de leden geadviseerd de ge
wenste gegevens regelmatig in te zen
den.
Tenslotte zij nog vermeld, dat evenals
in de voorgaande jaren met de Neder
landse Beroepsvereniging van Filmers
zo wel als met de Unie van Werk
nemers in de filmproduktie- en televi
siebedrijven aangename relaties wer
den onderhouden.
De in 1960 geïnstalleerde studiecom
missies voor werk- en rusttijden in het
produktie- en laboratoriumbedrijf zet
te haar werkzaamheden ook tijdens
het verslagjaar voort en was daarmede
in december zo ver gevorderd, dat in
het komende jaar een afgerond voor
stel verwacht mag worden.
In de ledenvergadering van 19
februari werd naar aanleiding van de
nabeschouwingen over de filmweek
Arnhem 1961 een studiecommissie
benoemd, bestaande uit de heren: Mr.
J. M. Landré, H. F. Mack, Th. de
Ruiter, T. de Wit en L. Claassen,
secretaris. Deze commissie kreeg de
opdracht na te gaan op welke wijze de
Afdeling zich bij een volgende film
week zou kunnen manifesteren. In
haar rapport, dat korte tijd later ver
scheen kwam de commissie evenwel
tot de conclusie, dat een eigen mani
festatie van de Afdeling bijvoorbeeld
in de jaren, dat er geen filmweek in
Arnhem zou zijn, de voorkeur ver
dient boven het ontplooien van aktivi-
teiten uitsluitend ter gelegenheid van
de tweejaarlijkse filmweek in Arnhem.
In het gedetailleerde rapport werd het
organiseren van een „Week van de
Nederlandse Film" bepleit, zulks op
basis van een door de heer T. de Wit
geopperd plan. Er zouden in deze
week uitsluitend Nederlandse program
ma's vertoond moeten worden, be
staande uit een Nederlands journaal,
een geheel Nederlands voorprogamma
en een Nederlandse speelfilm.
Het onderhavige voorstel werd door
het Bestuur aanvaard en vervolgens
aan de ledenvergadering voorgelegd,
alwaar het eveneens unaniem instem
ming vond. Aangezien het minder
wenselijk werd geoordeeld de uitvoe
ring van dit denkbeeld tot 1964 op te
schorten, zijnde het eerste jaar waarin
geen filmweek zou plaatsvinden, ont
stond het plan om alsnog ter gelegen
heid van het tienjarig bestaan van de
Afdeling de eerste manifestatie als
bovenbedoeld in februari 1963 te
houden.
Al spoedig bleek echter, dat het Hoofd
bestuur hiertegen ernstige bezwaren
had, aangezien werd gevreesd dat
daardoor afbreuk zou kunnen worden
gedaan aan de filmweek in Arnhem,
die enkele maanden later t.w. in juni
1963 zal plaatsvinden. Intern overleg
tussen de voorzitters van het Hoofd-