Afdeling Rotterdam dat de reeds jaren bestaande aan gename samenwerking met de ge meentelijke autoriteiten ook in 1962 werd bestendigd. Februari 1963 J. R. Schoonbeek, Secretaris Hoewel onze afdeling ook in het af gelopen jaar uiteraard via onze gede legeerden regelmatig aan het Bonds- werk deelnam door bijwoning der ver gaderingen van de Afdelingsraad en de Ledenraad en de andere colleges waarin wij vertegenwoordigd zijn, be stond ditmaal weinig aanleiding tot het speciaal bijeenroepen van leden vergaderingen, zulks te minder door dat een aantal onzer leden ook zitting heeft in de beide andere plaatselijke afdelingen en derhalve aldaar reeds deelnam aan de bespreking der aan de orde komende onderwerpen. Het onderlinge informele contact dat onze leden daarnaast op de Filmbeurs of op andere wijze onderhielden bleek dan ook voor ons afdelingsbestuur vol doende om zijn gedragslijn te bepa len. Als gevolg van een en ander kwam onze afdeling gedurende het af gelopen jaar slechts eenmaal bijeen, en wel in de op 15 februari 1962 ge houden jaarvergadering, waarin de ge bruikelijke reglementaire agendapun ten aan de orde kwamen. Dit neemt overigens niet weg, dat er over het verslagjaar een aantal niet onbelangrijke feiten uit onze afdeling te vermelden vallen. De ereplaats dient daarbij te worden ingeruimd voor het in de maand juli door de Rotterdam se Gemeenteraad genomen besluit om het tarief der vermakelijkheidsbelas- ting voor de bioscoop te verlagen van 25% tot 20%. Ons bestuur zag daar mede zijn jarenlange pogingen beloond om bij de gemeentelijke overheid be grip te wekken voor de dringende noodzaak tot belastingherziening, wel ke juist in onze stad met de enorme investeringen in de bouw van nieuwe bioscooptheaters geen langer uitstel kon lijden. Het verlaagde tarief werd met in gang van 1 oktober 1962 van kracht en hoewel een heffing van 20% op de netto omzet zonder enige faciliteit voor z.g. art. 1-films of voor Neder landse films nog altijd een verre van ideale situatie betekent, was Rot terdam in elk geval de eerste der grote steden, die op dit terrein tot daden kwam; een voorbeeld dat intussen door vele andere plaatsen is gevolgd en waarbij men in sommige gevallen het bedrijf in ruimer mate tegemoetkwam dan hier het geval was. Wij willen daarom de hoop uitspreken dat het besluit van de Rotterdamse Gemeen teraad beschouwd mag worden als een eerste stap in de goede richting welke binnen afzienbare tijd door verdere stappen moge worden gevolgd. De vestiging van nieuwe bioscoopthea ters vond ook in het verslagjaar in on ze stad voortgang. In februari 1962 werd in het stadsdeel Overschie het nieuwe Musica theater geopend onder belangstelling van bedrijfsgenoten en overheid. 89

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1962 | | pagina 88