roulement met aantallen copieèn variërende tussen 5 en 18 per film in een dien
overeenkomstig aantal bioscopen tegelijk. Speciaal van de film „Alleman" was het
succes zodanig, dat het aantal copieën kort na de première kon worden opgevoerd
tot 27, hetgeen het grootste aantal is, dat ooit van een Nederlandse of buitenlandse
hoofdfilm in ons land is gebezigd.
De jeugdspeelfilmproducente Rex Film vervaardigde ook in 1963 weer twee films
namelijk: „De avonturen van Pietje Bell" (vroegere titel „Pietje Bell, de straat
jongen van Rotterdam") en „Jongen uit het Wilde Westen" en bracht daarmede
haar aantal na-oorlogse jeugdfilms op dertien. Beide films kwamen in 1963 niet
meer in première. In produktie was voorts nog een veertiende film, te weten „Sjors
en Sjimmie bij de Indianen".
Op het gebied van de korte films heerste een nog grotere bedrijvigheid dan in
voorgaande jaren. Er kwamen in 1962 ruim vijftig films gereed, in het afgelopen
jaar waren het er volgens de beschikbare gegevens niet minder dan negentig,
waaronder vrije documentaires, opdrachtfilms, bedrijfsfilms en instructiefilms.
Daarenboven zijn negentien televisiefilms vervaardigd, ruim zestig reclamefilms en
ruim 150 T.V.-spots voor het buitenland.
Ondanks dit grotere aantal gereed gekomen korte films, was de prijzenregen tij
dens internationale filmfestivals minder overvloedig dan in 1962. Er werd, als
regel door bemiddeling van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, met in totaal 89 inzendingen deelgenomen aan 51 buitenlandse festivals,
waarbij 18 prijzen respectievelijk eervolle vermeldingen zijn verworven tegen 32 in
1962. Deze teruggang moet voornamelijk worden toegeschreven aan het feit, dat
in de loop van 1963 slechts twee vrije documentairefilms gereed kwamen, te weten
„Zeilen" en „Portret van Frans Hals", die geschikt werden bevonden om op bui
tenlandse filmevenementen ons land te representeren. Deze beide Multifilms-
produkties, onder regie van respectievelijk Hattum Hoving en Frans Dupont, ver
wierven samen zes prijzen of eervolle vermeldingen op festivals te Cannes, Edin-
burgh, Brussel en San Francisco.
De Staatsprijs voor de Filmkunst 1963 werd toegekend aan de film „Big City
Blues" van Charles Huguenot van der Linden, terwijl de films „Delta Phase I"
van Bert Haanstra en de film „De zwarte bonenluis", een produktie van onze
donatrice de Stichting Film- en Wetenschap te Utrecht onder regie van W. van
Asperen, eervolle vermeldingen kregen. De prijs van de Raad voor Europa, dit
jaar uitgereikt in San Sebastian, viel ten deel aan de film „Maasvaart" van de
N.V. Multifilm en in de rubriek Actualiteiten werd aldaar het Nederlands nieuws
14 van de N.V. Polygoon bekroond. Een Gouden Beer uitgereikt tijdens het film
festival in Berlijn viel ten deel aan „Bouwspelement", een Multifilm-produktie van
Charles Huguenot van der Linden. Deze film kreeg voorts nog een prijs op een
festival voor industriefilms in Madrid. Van de oudere films vielen voorts „Delta
Phase I", „Big City Blues", „Zoo", „Rembrandt, schilder van de mens", „Faja
Lobbi", „Recht zo die gaat", „Los de vang", „De werkelijkheid van Karel Appel"
en „IJssterrenparade" in de prijzen op verschillende internationale filmfestivals.
De films „Pan" en „Big City Blues" werden bovendien voorgedragen voor de fel
begeerde Amerikaanse onderscheiding: The Academy Award (Oscar), helaas
zonder het gewenste resultaat. Tenslotte zij nog vermeid, dat tijdens het eerste
festival van de Kolen- en Staalgemeenschap te Luxemburg de films „Bestemming
toekomst" van Jan Schefer en „Bouwen in Staal" van Multifilm, respectievelijk
met een eerste en tweede prijs werden onderscheiden.
Op het gebied van de reclamefilms werden de prijzen van het Genootschap voor