de Reclame gewonnen door de films „Gispen" van de N.V. Joop Geesink's Star- film, „Karel Doorman" van de N.V. Carillon Films en „Vakmanschap is meester schap" van Uniefilm. Op internationale festivals voor reclamefilms waren het Joop Geesink's Dollywood en de N.V. Multifilm die een aantal prijzen wisten te bemachtigen. Voor 1964 waren er per het einde van het verslagjaar reeds circa vijftig korte films in voorbereiding respectievelijk in produktie, benevens circa honderd reclame films, televisie-spots en dergelijke. De vooruitzichten blijven voor de bedrijfstak filmproduktie dus gunstig, waartoe nog wordt bijgedragen door het feit, dat het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voor 1964 opnieuw een hoger bedrag heeft gevoteerd voor de vervaardiging van korte films, te weten 550.000,tegen 450.000,in 1963. Ook de post voor speelfilms is hoger gesteld en wel van ƒ425.000,— in 1963 op ƒ725.000,— in 1964, waarin is begrepen een bedrag van 200.000,dat is bedoeld om ten gunste van de Cinetone Studio's op aanwijzing van het Productiefonds studiocredietfaciliteiten te kunnen verlenen. Daarenboven werd door de Overheid nog tijdelijke financiële steun in het vooruitzicht gesteld ten behoeve van het Nederlandse filmjournaal. Ter oplossing van de moeilijkheden, die reeds in ons vorige jaarverslag wer den gesignaleerd, hebben de laboratoria in 1963 tevergeefs getracht om in onder ling overleg te komen tot een sanering op het gebied van de filmbewerkings- tarieven, die door felle onderlinge concurrentie in diverse gevallen zijn gedaald beneden de kostprijzen. De algemene prijsbeweging die tegen het einde van het jaar begon, heeft ook in deze sector tot een nodige herziening van de prijzen geleid, waardoor in het komende jaar enige verbetering zal optreden. Mogelijk kan dit er toe bijdragen, dat het onderbroken overleg in 1964 wordt hervat. Het Productiefonds voor Nederlandse films Het bestuur van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse films was in het verslagjaar op dezelfde wijze samengesteld als in het voorafgaande jaar. Het bestond uit de heren: mr H. L. s'Jacob, voorzitter en dr J. Hulsker, vice-voorzitter, zitting hebbende voor het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en J. G. J. Bosman, secretaris, Joh. Miedema en D. J. van Leen, zitting hebbende voor de Nederlandsche Bioscoop-Bond. Het Productiefonds heeft zich overeenkomstig de doelstelling van de Stichting wederom ingezet voor de bevordering van de Nederlandse speelfilmproduktie, het geen financieel mogelijk was door de jaarlijkse bijdragen van de zijde van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. In het verslagjaar betrof de subsidie van het Rijk een andermaal verhoogd bedrag. Twee Nederlandse speelfilmprodukties werd een financiële bij drage verleend. Voorzover zich overigens nog een produktie aandiende bleek deze niet in overeenstemming te brengen met de doelstelling van de Stichting. De conti nuïteit die de laatste jaren in zekere mate is verkregen blijkt nog wel kwetsbaar. De activiteit op het terrein van de speelfilmproduktie die het vorige jaar belangrijk en dit jaar gematigd was, dreigt helaas weer een inzinking te vertonen. Moge de verruiming van de financiële mogelijkheden van het Productiefonds voor 1964 voor de producenten een hernieuwde stimulans zijn. Van de zijde van het Rijk is het Productiefonds namelijk een verhoging van de subsidie toegezegd, die belangrijk meer is dan de verhogingen van voorgaande jaren en die voor een groot deel bestemd is voor het verlenen van credietfaciliteiten aan producenten van 15

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1963 | | pagina 15