Technische commissie Nederlandsche Bioscoop-Bond de heren W. K. G. van Royen, Voorzitter; W. F. Dubbeldeman, C. van Liere en E. J. Weier; namens de Katholieke Bond Sint Antonius: de heren J. J. v. d. Veer en J. H. Lefeber; namens de Algemene Bond Mercurius: de heren L. H. Röttger en H. P. J. v. d. Hilst; als secretaris fungeerde de heer H. W. Hagenberg. Het Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf heeft, zoals bij een betrekkelijk jong fonds was te verwachten, in 1963 opnieuw aan een groter aantal personen pensioenuitkeringen verstrekt. Aan het eind van het verslagjaar werden er 152 ouderdomspensioenen uitgekeerd tegen 117 het jaar daarvoor. Er werden voorts 42 (in 1962 23) weduwenpensioenen en 22 (13 in 1962) wezenpensioenen uitgekeerd. Het aantal premiebetalende verzekerden liep enigszins terug en bedroeg eind 1963 omstreeks 1600. Daarenboven namen nog enige honderden werknemers deel in gedispenseerde ondernemingspensioenregelingen. Het bestuur van het Bedrijfspensioenfonds heeft in het begin van het verslagjaar besloten tot een wijziging van het pensioenreglement, ingaande 1 januari 1963. De pensioenregeling voor het film- en bioscoopbedrijf heeft als uitvloeisel van de reglementaire wijzigingen, betrekking hebbende op de weduwen- en wezenpen sioenen, een verdere verbetering ondergaan. Zij is vergeleken met de pensioen regelingen in andere bedrijfstakken als een zeer gunstige oudedagsvoorziening te beschouwen. Tevens heeft het bestuur van het Fonds in 1963 besloten tot wijziging van de bestuurssamenstelling, zulks met het oog op de opheffing van de Unie van Werk nemers in de Filmproductie- en de Televisiebedrijven, welke Unie opging in de Algemene Bond Mercurius. De vrijkomende zetel werd krachtens de Statuten wijziging toegewezen aan de Algemene Bond Mercurius. Op 31 december 1963 was het bestuur van het Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf dientengevolge samengesteld uit de heren R. Uges, Voorzitter; L. H. Röttger, Vice-Voorzitter; J. J. van der Veer, Secretaris; W. J. L. v. d. Bol, J. G. J. Bosman, W. F. Dubbeldeman, W. J. F. van Ewijk, J. van Helden, J. H. Lefeber, H. Miedema, E. Verschueren, A. F. Wolff en H. J. Zwart. In de vacature in het bestuur van lid-werknemer was aan het eind van het verslagjaar nog niet voorzien. De heren Uges, Röttger, Van der Veer en Miedema vormden het dagelijks bestuur. In het bestuur werken thans samen de Nederlandsche Bioscoop-Bond als werkgevers organisatie en de Katholieke Bond St. Antonius en de Algemene Bond Mercurius als werknemersbonden. Als administrateur van het Fonds fungeerde wederom het Gemeenschappelijk Administratiekantoor te Amsterdam. In de samenstelling van de Technische Commissie kwam in 1963 geen verande ring, zodat deze Commissie evenals in het vorig jaar bestond uit de heren D. J. van Leen, Voorzitter, O. P. Besseling, Th. Cornelissen, J. J. L. Gielisse, G. H. Groenewegen, D. Siem, H. W. Hagenberg, Secretaris en L. Claassen, plaats vervangend Secretaris. De Commissie kwam in 1963 niet in vergadering bijeen, daar geen technische problemen van algemene aard waren te behandelen en de dagelijkse gang van zaken op technisch gebied gevoegelijk aan de Technische Dienst van het Bonds bureau kon worden overgelaten. Geconstateerd kan slechts worden, dat het uniforme filmbeschadigingsrapport, 25

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1963 | | pagina 25