Arbitrage 26 dat destijds aan het Hoofdbestuur ter goedkeuring is voorgelegd, nog niet in ge bruik is gekomen. Ofschoon de hantering van deze rapporten aan de fi1" verhuur der, zowel als aan de exploitant enig extra werk zou opleveren, had de Technische Commissie van het praktische resultaat daarvan bij een juiste toepassing grote verwachtingen op het gebied van de filmbehandeling, respectievelijk de levens duur der copieèn. Vastgesteld kan voorts nog worden, dat de automatisering in de cabines weinig voortgang heeft gemaakt. In hoever in de technische perfectie bij de voorstel lingen, in de toekomst een oplossing voor het personeelsvraagstuk gevonden zal kunnen worden, moet nog nader worden onderzocht. Het aantal 70 mm-installaties waarvan in dit kader steeds gewag wordt gemaakt, heeft zich, zoals overigens te verwachten was, weinig uitgebreid. Volgens de beschikbare gegevens waren aan het einde van het verslagjaar 24 bioscopen inge richt voor de vertoning van 70 mm films, waarvan 10 in de drie grote steden. De samenstelling van de Commissie van Geschillen onderging in het verslagjaar twee wijzigingen. In de vacature in deze commissie ontstaan door het aftreden van de heer J. P. M. A. Smulders werd voorzien door de benoeming van mr J. M. Landré. In de vacature van de heer K. F. J. Wijsmuller, die om gezondheids redenen niet voor een herbenoeming in aanmerking wenste te komen, werd voor zien door de benoeming van de heer S. Barnstijn. De heer C. van Willigen trad ook dit jaar op als Voorzitter en de heer J. de Wilde als Vice-Voorzitter. Door loting werden de Kamers als volgt samengesteld: Eerste Kamer: mr J. M. Landré en J. Nijland Jr.; Tweede Kamer: J. van der Horst en S. Barnstijn; Derde Kamer: W. J. F. van Ewijk en H. Zondervan. In het verslagjaar zijn zeven zittingen gehouden, waarvan er zes werden gepresi deerd door de heer C. van Willigen en één door de secretaris ingevolge artikel 12 B van het Arbitragereglement. Als Secretaris fungeerde de heer H. W. Hagen- berg. Gedurende de verslagperiode zijn 15 (14) geschillen aanhangig gemaakt. Er werden 10 (in 1962: 5) vonnissen gewezen. In één geval is een minnelijke schik king tot stand gekomen, één geschil werd ingetrokken en één geschil werd uitge steld Twee geschillen werden gevoegd, in welke zaak de Commissie in het verslag jaar geen uitspraak heeft gedaan, aangezien de verdere behandeling van dit geschil werd uitgesteld tot 1964. In 1963 zijn 7 (9) geschillen aanhangig gemaakt door leden-filmverhuurders contra leden-exploitanten, 2 (geen) door leden-exploitanten contra leden-film verhuurders, 2 (een) door donateurs contra leden-exploitanten, een (een) door een lid-filmverhuurder contra een lid-filmverhuurder, 2 (geen) door leden-exploitanten contra leden-exploitanten en een (geen) door een lid-filmproducent contra een lid-filmverhuurder. Van de genoemde 15 geschillen waren er 7 (11) betalingsgeschillen. In al deze geschillen kwam het tot een uitspraak. Raad van beroep De Voorzitter, de heer R. Uges, Rijnsaterwoude, de plaatsvervangend Voorzitter,

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1963 | | pagina 26