Het Bondsbureau 48 herkozen de heren drs J. A. M. Bouts uit Geleen, W. Hemelraad uit Utrecht en A. F. Wolff, eveneens uit Utrecht. Wegens het ontbreken van het vereiste quorum kon niet behandeld worden het voorstel van het Hoofdbestuur om met het oog op het Koninklijk Besluit van 24 juli 1962 houdende onverbindendverklaring van zekere bepalingen betref fende disciplinaire rechtspraak in mededingingsregelingen enige bepalingen van de Statuten en het Algemeen Bondsreglement te herzien. Dit voorstel kwam opnieuw aan de orde op 29 april toen de jaarvergadering werd voortgezet. Het werd met algemene stemmen goedgekeurd. Nog diezelfde dag werd de tweede ledenvergadering gehouden, waarbij aan het Hoofdbestuur de gevraagde machtiging werd verleend om een collectieve arbeids overeenkomst voor het bioscoopbedrijf aan te gaan met de bij deze zaak betrokken werknemersorganisaties. Ledenraad In het verslagjaar werd één vergadering van de Ledenraad gehouden en wel op 25 november. De Raad besloot de looptijd van het Bedrijfsbesluit terzake van de Filmvertoning en het Bedrijfsbesluit inzake de Programmering met een jaar te verlengen. Verder werd besloten artikel 3, eerste lid van de Bondsvoorwaarden zodanig te wijzigen, dat de aanvang der vertoningsweek voor het gehele land werd vervroegd van vrijdag naar donderdag. Aangehouden werd een voorstel van het Hoofdbestuur tot wijziging van artikel 20 der Bondsvoorwaarden. Voorgesteld was om de keuringskaarten niet meer afzonderlijk te verzenden, doch voortaan in de filmdozen te bevestigen. Een nader onderzoek van enige tegen het voorstel aangevoerde bezwaren werd nodig geacht. Het ligt voor de hand, dat de toeneming van de bedrijfsmoeilijkheden en de veranderingen, die zich geleidelijk in de functies van de organisatie aan het vol trekken zijn, haar stempel drukken op de werkzaamheden van dit bureau. Dit uit zich niet in een voortdurend grotere produktie van stukken, maar wel in de intensiteit van het werk als zodanig. Er is meer overleg en meer coördinatie van taken nodig, hetgeen naar wij menen de voorbereidingen van vergaderingen en conferenties alsook de doelmatigheid van inhoud en verspreiding van Bondsstukken ten goede komt. In het bijzonder vragen de vele problemen van ons bedrijf als geheel geno men voortdurend bestudering en wordt de schat gegevens, waarover dit bureau beschikt, zodanig verwerkt, dat het bestuur der organisatie en de informatie van de leden er door gediend worden. De in het vorige verslagjaar begonnen actie om via de gemeentelijke instanties opnieuw tot een tussentijdse verlichting van lasten te geraken, moest dit jaar onver- flauwd worden voortgezet, temeer daar de gemeentelijke fiscus in menig geval een soort vertragingstactiek scheen toe te passen. Het bureau prijst zich gelukkig het zijne te hebben kunnen bijdragen tot een goed resultaat. Tegen het einde van het jaar hebben de betrokken werkzaamheden wederom een veel meer omvattend karakter aangenomen in verband met de stappen, welke het Hoofdbestuur bij de regering heeft ondernomen. Ook wat betreft de toepassing van de wet op de omzet-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1963 | | pagina 48