50 belasting op ons bedrijf is veel overleg tussen de leiding van het bureau en de raadslieden van de Bond noodzakelijk geweest, alvorens men zich met enige kans op succes tot het betrokken departement kon wenden. Een geheel nieuwe werkzaamheid bestaat in het groeiend overleg tussen het bureau en de ambtelijke werkgroep, die de E.E.G.-instantie in het leven heeft geroepen met het oog op de vraagstukken voor ons bedrijf, voortvloeiend uit de opheffing van de beperkingen tot het vrij verrichten van diensten, voor ons bedrijf van kracht per 1 januari 1967. In korte tijd heeft men in Brussel terzake reeds een derde richtlijn in voorbereiding, een activiteit, die ons, gezien het autocratisch karakter van het E.E.G.-bestel, tot een voortdurende oriëntering noopt. Tenslotte moge niet onvermeld blijven, dat de ,,know how" van dit bureau via onderscheidene functionarissen niet slechts zijn weg vindt in de gebruikelijke advie zen aan de leden, maar ook naar de vele instituten, welker bestaan de Bond hetzij alleen, hetzij met anderen heeft mogelijk gemaakt. Naar buiten treden deze insti tuten terecht op, zonder dat daarbij van de dienende werkzaamheid van onze functionarissen gewag wordt gemaakt. Nochtans moge in dit bestek ook dit onder deel van ons werk vermeld worden, omdat het mede mogelijk is dankzij het feit, dat de samenwerking van het Bondspersoneel niets te wensen overlaat. Door deze samenwerking kon ook de personeelsbezetting tot dertig man worden terugge bracht, zodat de sterk stijgende lasten binnen de perken konden worden gehouden. Het bureau was belast met de secretariaatsarbeid van 179 vergaderingen voor Hoofdbestuur, Bondscommissies, arbitrage verschillende afdelingen, Stichting I.O.T.B., Productiefonds, bioscoopreclame-exploitanten, enz. Deze arbeid omvat de notulering, redactie van rapporten en vonnissen, alsmede het voeren van corres pondentie en besprekingen. Voorts had het bureau bemoeiingen met de collectieve reclamecampagne, de ver schijning van gewijzigde reglementen, de toepassing van het Reglement op de Lijst van Geen Bezwaar, de wekelijkse verstrekking van filmnieuws aan de pers, de verstrekking aan de leden van de maandelijkse overzichten der algemene bedrijfs resultaten, de uitgave van het Bondsorgaan, het adviseren van leden in het alge meen, de voorbereiding van de nieuwe C.A.O. en de uitvoering en verspreiding hiervan met loontabellen en wat daarmede verder verband hield; de uitgave van de adreslijst, het bijhouden van het Bedrijfsregister, de interne boekhouding, de bewerking van en controle op afrekenstaten, de inning der procentuele bijdragen, de afrekening van muziekauteursrechten, de verzending en administratie van de bioscoopbonnen, het bijhouden van Naamregister en doeumentaties, de uitoefe ning van technische en administratieve bioscoopcontroles en de samenstelling van verslagen. Ter completering van deze gegevens zijn hierna vermeld enige cijfers van ver werkte stukken, enz. Ingekomen stukken: 18.700 (18.780); verzonden brieven: 6.704 (7.369); circu laires: 44.100 exemplaren (39.490); gestencilde stukken, bestaande uit notulen, rapporten en beslissingen: 546 stel (570 stel); lichtdrukcopieën 3.000 vel (4.600 vel); diploma's inclusief 692 stuks voor oorlogsinvaliden: 1.787 (2.325); gehou den vergaderingen 179 (179); ontvangen bezoekers: 1.350 (1.380); gecontró1 leerde recette-staten: 64.000 (66.000); boekingen auteursrechten, inclusief codeer en rekenwerk: 85.000 (137.000). Hierbij zij aangetekend dat door een herziening van de minimum invaliditeitsnorm het aantal diploma's voor oorlogsinvaliden dras tisch is verminderd.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1963 | | pagina 50