doch wel wijdde men aandacht aan de principiële vraag, of de tot dusverre be staande traditie, volgens welke de leden hoofdbestuurders geen zitting hebben in het dagelijks bestuur, al dan niet ge handhaafd diende te worden. Na ampele discussie besloten de leden in meerderheid tot instandhouding van deze ongeschreven regel. In dezelfde zitting werden de aanbevelin gen opgesteld voor de samenstelling der verschillende bondscommissies. Ook de na leving der nieuwe bepalingen terzake van de condities, geldende voor de z.g. vrije films, en de tot 40,verhoogde mini mum filmhuur-garantie maakten een punt van bespreking uit. De in de Sociale Commissie gevoerde onderhandelingen om trent de met de werknemersorganisaties aan te gane collectieve arbeidsovereen komst ter vervanging van de bestaande bindende loonregeling, de dispensatierege ling voor de verplichte vrije zondagen en verschillende andere onderwerpen vroegen de aandacht in deze zitting. De voortgezette jaarvergadering vond plaats op 25 maart. Behalve de hiervoren reeds vermelde bestuursvoorzieningen kwa men de onderwerpen in behandeling, ver meld op de agenda der Algemene Bonds ledenvergadering. Hiertoe behoorde o.a. het voorstel tot wijziging van de Bonds statuten en -reglementen, waarbij de be handeling van hoger beroep tegen regle mentaire strafbeslissingen van het Hoofd bestuur niet meer onder de competentie van de Ledenraad zou vallen, doch (over eenkomstig het Koninklijk Besluit terzake van de Disciplinaire Rechtspraak in Me dedingingsregelingen) in handen zou wor den gelegd van een afzonderlijk College van Beroep. Voorts schonk de vergadering aandacht aan het voortgezette verslag der leden van de Sociale Commissie omtrent de nadere besprekingen terzake van de per 1 juli 1963 aan te gane C.A.O., en tenslotte werd de aandacht van de Raad nog ge vraagd voor een vorm van verhuur van buitenlandse hoofdfilms, waarbij de ex ploitant zich zou binden tot het verstrek ken van een bepaalde garantie. De ver gadering besloot om het dagelijks bestuur te verzoeken hiernaar een onderzoek in te stellen, hetgeen via een bespreking met het bestuur der Bedrijfsafdeling Filmverhuur ders tenslotte leidde tot een circulaire van het Hoofdbestuur, welke elke twijfel om trent de toelaatbaarheid van overeenkom sten van deze aard uitsloot. In het verslagjaar kwam onze Raad daarna nog driemaal in vergadering bijeen, te weten op 8 april, 28 oktober en 25 november. In de eerstgenoemde vergadering waren het nogmaals de punten van onder handeling voor de nieuwe C.A.O., die de hoofdschotel vormden; behoudens enkele correcties van praktische aard hechtte onze Raad zijn volledige goedkeuring aan alle onderdelen, waaromtrent in de Sociale Commissie na zeer uitvoerige en tijdroven de onderhandelingen overeenstemming was bereikt. De op 28 oktober belegde vergadering was nagenoeg geheel gewijd aan de behande ling der door het Hoofdbestuur bij de Ledenraad ingediende voorstellen tot ver lenging van een tweetal bedrijfsbesluiten en tot wijziging van enige reglements bepalingen. Het voorstel tot invoering van de donderdag-speelweek in het gehele land gaf aanleiding tot uitvoerige gedachten- wisseling; bij meerderheid werd tenslotte besloten acoord te gaan met het desbe treffende Hoofdbestuursvoorstel. Het voor stel tot wijziging van het verzendings systeem der keuringskaarten kon echter geen gunstig onthaal in onze Raad vinden en men kwam tot de slotsom dat de Leden raad het beste in overweging gegeven kon worden om dit voorstel ter nadere be studering aan te houden. Inderdaad sloot de Ledenraad zich bij deze suggestie aan. Op 25 november kwam het in de Stichting van de Arbeid bereikte loonaccoord aan de orde; dit accoord dat alle bestaande C.A.O.'s op losse schroeven zette en twee 5 %- loonronden inhield waarvan de eerste op 1 januari 1964 en de tweede uiterlijk op 1 april 1964 zou ingaan, betekende tevens het einde der stabilisatie van het prijs niveau. Dat deze ontwikkeling voor be paalde, zeer florerende takken van industrie geen bezwaar opleverde, sprak voor zich zelf, maar voor het bioscoopbedrijf waar van de economische situatie nog steeds zeer zorgelijk is en dat, voornamelijk als gevolg van de op percentage-basis uitge drukte lasten aan filmhuur, vermakelijk- heidsbelasting enz. weinig baat heeft van een verhoging der toegangsprijzen, levert een verhoging der lonen en de daarmede samenhangende stijging der sociale lasten nu eenmaal een zorgwekkend probleem op. Desondanks werd de door de Sociale Commissie aanbevolen wijziging der C.A.O., welke een verhoging van alle daar in vermelde loonnormen met 5 inhield zulks met uitzondering van de diploma toeslagen voor operateurs in deze ver gadering nagenoeg zonder discussie goed gekeurd, overtuigd als onze leden waren 63

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1963 | | pagina 61