66
De kwestie van het organiseren van een
Nederlandse Filmmanifestatie, waarvan
ook in vorige jaren reeds meermalen sprake
was geweest, kwam wederom aan de orde
en wel thans in negatieve zin, met dien
verstande dat het Bestuur voorstelde om we
gens onvoldoende belangstelling van de kant
van de leden voorlopig van een dusdanige
manifestatie af te zien. Er werd aldus be
sloten.
Tenslotte kwam nog aan de orde een ont-
werp-contract voor de vervaardiging van
reclamefilms voor de televisie, over de in
houd waarvan langdurig door het Bestuur
was onderhandeld met vertegenwoordigers
van de Vereniging voor Erkende Adverten-
tiebureaux. Daar enige leden die zich spe
ciaal bewegen op het terrein van de tele
visiereclame, tegen een aantal bepalingen van
het ontwerp-contract diverse bezwaren ble
ken te hebben, werd de behandeling van
dit stuk voor nader beraad aangehouden.
BESTUURSWERKZAAMHEDEN
Het Bestuur was in 1963 samengesteld uit
de heren C. S. Roem, Voorzitter, L. W. R.
Meyer, Vice-Voorzitter, Mr. H. B. F. J. A.
Peters, Secretaris, M. de Haas, Penning
meester, Y. Brusse, B. Haanstra en T. de
Wit leden, terwijl als Administrateur optrad
de heer L. Claassen. Behalve de reeds ge
noemde twee ledenvergaderingen zijn ge
durende het verslagjaar twaalf Bestuursver
gaderingen gehouden.
Aan de Commissie Nieuwe Zaken werden
adviezen uitgebracht inzake aanvragen tot
het gaan exploiteren van een filmproduk-
tiezaak ingediend door de heer R. J. Meijer,
Colorpress te 's Gravenhave, de heer H.
van Gelder te Amsterdam, de heer E. H. P.
Viegers, Helicon Films te Nijmegen en de
heer P. Kijzer, Caesar Film te Amsterdam.
In al deze gevallen zijn gunstige adviezen
uitgebracht aan de Commissie Nieuwe Za
ken en werden de gevraagde toestemmin
gen door deze Commissie verleend. Op een
aanvrage van de Firma Telefund werd door
het Bestuur afwijzend geadviseerd en aan
deze Firma werd door de Commissie Nieu
we Zaken de gevraagde toestemming ge
weigerd.
Op een in het vorig jaar bij het Hoofd
bestuur aanhangig gemaakt voorstel om
adspirant-producenten, die nog niet geschikt
geacht kunnen worden voor toelating tot het
lidmaatschap, voor beperkte tijd op de Lijst
van Geen Bezwaar te plaatsen, welke pe
riode dan beschouwd zou kunnen worden
als een soort proeftijd voorafgaande aan
het aanvragen van het lidmaatschap van de
Bond, werd in 1963 gunstig beslist. Een
dusdanige plaatsing op de Lijst van Geen
Bezwaar, die uitsluitend kan geschieden op
voordracht van het Afdelingsbestuur, kan
ten hoogste drie jaar duren en de daaraan
verbonden kosten bedragen tenminste
100,en ten hoogste 200,per jaar,
vast te stellen door het Hoofdbestuur. Ver
der dient de aanvrager zich aan de regle
menten van de Bond, inclusief de Bonds
arbitrage, te onderwerpen.
De eerste aanvrage was afkomstig van de
zojuist genoemde Firma Telefund, die op
voordracht van het Bestuur in oktober door
het Hoofdbestuur voor de duur van twee
jaar op de Lijst van Geen Bezwaar werd
geplaatst. Nadien zijn nog aanvragen binnen
gekomen van de heer J. Vrijman, Cinepro-
ductie te Amsterdam en van de heer J.
Apon, Avio Film te Scheveningen, waarop
per het einde van het verslagjaar nog geen
beslissingen waren genomen.
De in 1960 geïnstalleerde Studiecommis
sie voor werk- en rusttijden in het produk-
tie- en laboratoriumibedrijf kwam in 1963
gereed met een ontwerp voor een werk- en
ruisttijdbesluit, dat aan het Bestuur werd
voorgelegd. In deze Commissie werkten ge
delegeerden van het Afdelingsbestuur samen
met vertegenwoordigers van het Bestuur der
Unie van Werknemers in de Filmproduc
tie- en Televisiebedrijven, doch aangezien
in de loop van het jaar bleek, dat het in
de bedoeling lag de Unie te laten opgaan
in een te stichten Bedrijfsgroep Filmpro
ductie van de Algemene Bond ,,Mercurius"
zijnde een onderdeel van het N.V.V. nam
het bestuur voorlopig een afwachtende hou
ding aan en bepaalde het zich ertoe een
exemplaar van het ontwerp-Besluit ter be
oordeling aan de leden rond te zenden. Per
het einde van het verslagjaar was voren
bedoelde samensmelting een feit geworden,
zodat te verwachten valt dat het Bestuur
in het komende jaar met betrekking tot het
onderhavige werktijdenbesluit nader con
tact zal zoeken met de Bedrijfsgroep Film
productie voornoemd.
In het begin van het jaar zijn door de heer
L. van Gasteren onder andere aan het Be
stuur een tweetal uitvoerige rapporten voor
gelegd, waarin hij een groot aantal grieven
opsomde tegen het beleid van de Rijks
voorlichtingsdienst ten aanzien van zijn
films ,,Het Huis" en „Alle vogels hebben
nesten". Het Bestuur pleegde te dezer zake
overleg met de heer Van Gasteren en wel
met name aangaande een aantal van zijn
bezwaren die betrekking hadden op de ex
ploitatie van de film „Het Huis" door de