Rijksvoorlichtingsdienst. Het stelde zich
vervolgens ter verkrijging van nadere in
lichtingen in verbinding met de Rijksvoor
lichtingsdienst en tijdens de verschillende
besprekingen, die in het loop van het jaar
over het eerder genoemde opdrachtcontract
plaats vonden, werd ook deze aangelegen
heid enige malen aangesneden. Helaas de
den zich in de tweede helft van 1963 on
verwachte gebeurtenissen voor, die de
Rijksvoorlichtingsdienst extra veel werk be
zorgden, met als gevolg dat men er niet in
slaagde het Bestuur voor 31 december de
gewenste inlichtingen te verschaffen.
De reeds in vorige jaarverslagen vermelde
kwestie der schriftelijke filmvakopleiding
vond in 1963 weinig voortgang, hoofdza
kelijk wegens het ontbreken van voldoende
financiële middelen om met de samenstel
ling van de lessen te kunnen beginnen. Het
opzetten van een schriftelijke cursus is na
melijk steeds een tamelijk kostbare aange
legenheid. Daarentegen zijn wel belangrijke
resultaten geboekt ten aanzien van de mon
delinge avondcursus voor aankomende of
gevorderde cineasten, die hun algemene
filmartistieke- en filmtechnische vorming
willen completeren. Onderling overleg tus
sen vertegenwoordigers van de Nederlandse
Filmacademie, de Nederlandse Beroepsver
eniging van Filmers, de Unie en het Afde
lingsbestuur leidde er toe, dat een globaal
programma kon worden samengesteld, dat
de nodige docenten konden worden aange
trokken en dat tegen het einde van het ver
slagjaar de inschrijving kon worden open
gesteld. De lessen zullen worden gegeven
in de lokaliteiten van de Nederlandse Film
academie en de leskosten zijn bepaald op
50,per cursist voor twaalf lessen van
twee uur elk in de maanden januari tot en
met april. De belangstelling voor deze cur
sus was verheugend, daar zich niet minder
dan 46 gegadigden meldden. De eerste les
sen zullen medio januari van het volgend
jaar worden gegeven.
Voorts zijn door het Bestuur nog stappen
ondernomen om te komen tot co-produktie-
accoorden met in de eerste plaats de ver
schillende E.E.G.-landen, om prijsvragen
voor filmscenario's en dergelijke door Over
heidslichamen, in casu de voorlichtings
dienst van de E.E.G., in de toekomst te
vermijden en om de tijdelijke in- en uitvoer
van cinematografische materialen te ver
gemakkelijken. Mede als uitvloeisel van deze
laatste activiteiten is op internationaal ni
veau intussen het zogenaamde ATA-karnet
in gebruik gekomen, waaromtrent aan de
leden per circulaire de nodige mededelin
gen zijn gedaan.
INTERNATIONALE CONTACTEN
De Bond respectievelijk de Afdeling is ook
in 1963 vertegenwoordigd door de heer
C. S. Roem in de vergaderingen van de
Internationale Producenten Federatie
(F.I.A.P.F.) en van de Europese Federatie
van Filmtechnische Bedrijven, die in de
loop van het jaar zijn gehouden. Nadere
gegevens omtrent deze vergaderingen wor
den telkenmale vermeld in het jaarverslag
van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, zo
dat daarnaar op deze plaats moge worden
verwezen.
Vermeld dient nog te worden, dat de ac
tiviteiten van de E.E.G.-commissie op film-
gebied in het Bestuur enig onbehagen heb
ben gewekt, daar bij het doen van voor
stellen, respectievelijk het nemen van be
sluiten kennelijk onvoldoende overleg plaats
vindt met vertegenwoordigers van de natio
nale bedrijfsorganisaties. Een dusdanig ge
luid wordt ook in buitenlandse vergaderin
gen dikwijls vernomen en er is derhalve bij
monde van de Voorzitter in het Hoofdbe
stuur op aangedrongen te streven naar een
verbetering in deze situatie.
DE PRODUKTIE
Er kwamen in 1963 niet minder dan vijf
hoofdfilms (drie in 1962) in première te
weten: „Fietsen naar de maan" op 25 ja-
nuari; ,,Als twee druppels water" op 21 fe
bruari; „Wederzijds" op 13 september; „De
vergeten medeminnaar" op 21 oktober en
„Alleman" op 20 december. De totale bru-
to-recette van de Nederlandse speelfilms be
liep in 1963 ruim 4,3 miljoen gulden.
Per het einde van het verslagjaar was nog
slechts één nieuwe Nederlandse hoofdfilm
in produktie, namelijk „Mensen van mor
gen" en bestonden er enkele plannen voor
speelfilmprodukties in 1964.
Rex Film zette haar activiteiten als enige
producente van jeugdspeelfilms ook in 1963
voort. Er kwamen twee nieuwe films vrij
wel gereed, te weten „De avonturen van
Pietje Bell" (vroegere titel „Pietje Bell, de
straatjongen van Rotterdam") en „Jongen
uit het Wilde Westen". Deze films zullen in
1964 in roulatie komen. In voorbereiding
was voorts nog de film „Sjors en Sjimmie
bij de Indianen".
Op het terrein van de korte films is in
1963 een bijzonder grote activiteit ontwik
keld en wel speciaal in de categorie van
opdracht- en instructiefilms al dan niet met
een documentair karakter. Er kwamen niet
minder dan 90 films in dit genre gereed,