Opleiding technisch bioscooppersoneel
Raad had vervuld. Waar het gewenst is,
dat de Voorzitter van de Afdelingsraad lid
is van de Ledenraad, nam de heer J. de
Nijs uit deze functie, die hij sedert 1946
waarnam, ontslag en werd de heer Peters
gekozen. Drs J. A. M. Bouts werd op 8
april herkozen als lid van het Hoofdbe
stuur.
Overigens kwamen geen veranderingen in
de functies, die door verschillende leden van
onze afdeling in de organisatie worden ver
vuld.
Met de wens, mede namens het Afdelings
bestuur, dat 1964 U allen mogen brengen
wat U gelukkig kan maken, besluit ik dit
jaarverslag.
Februari 1964
J. E. F. de Nijs.
Secretaris
Het gemiddelde aantal cursisten van de
Stichting Instituut voor Opleiding Tech
nisch Bioscooppersoneel lag in het cursus
jaar 1962/1963 iets hoger dan in de voor
afgaande jaren, namelijk op 80 tegenover
60 respectievelijk 59 per het einde van de
cursusjaren 1961 en 1962. Op het eerste ge
zicht lijkt dit wel merkwaardig, gezien de
herhaaldelijk gesignaleerde ernstige daling
van de belangstelling voor de vakopleiding,
respectievelijk voor het operateursvak als zo
danig. Er kan echter stellig niet gezegd wor
den, dat dit grotere aantal cursisten een
kentering van het getij zou betekenen. Veel
eerder is hier sprake van een samenloop
van omstandigheden, waardoor enkele van
de vijf a zeven cursussen, die gedurende een
bepaald verslagjaar lopen, juist vóór of net
na de data waarop de tellingen plegen te
geschieden, waren geëindigd of juist nog
niet waren geëindigd, waardoor een ander
cijferbeeld ontstaat, dat echter als inciden
teel moet worden gezien. Onder het hoofd
Schriftelijke cursussen worden hieromtrent
in dit verslag nog nadere gegevens ver
meld.
De aanwas van nieuwe leerling-opera-
teurs was dit jaar wederom iets lager dan
in het voorafgaande jaar, namelijk 79 te
genover 87. Deze cijfers zijn gebaseerd op
het aantal uitgereikte werkboekjes en kun
nen daardoor slechts als een globale aan
duiding worden gezien, ten eerste omdat
niet iedereen die in het bioscoopbedrijf als
operateur gaat werken tijdig een werk
boekje aanvraagt en ten tweede omdat als
regel pas veel later bekend wordt of een
leerling al dan niet is gebleven.
BESTUUR
Er werd gedurende het verslagjaar slechts
één bestuursvergadering gehouden en wel
op 14 december 1962. Buiten de gebruike
lijke jaarstukken kwam in deze vergadering
de vraag aan de orde of de situatie op de
arbeidsmarkt het niet wenselijk maakte de
geldigheid van het praktijkcertificaat te
verruimen en zo mogelijk de marge tussen
de toeslag voor dit certificaat en die voor
de diploma's A en B te vergroten. Hierom
trent zijn voorstellen bij de Sociale Commis
sie aanhangig gemaakt en daarmede werd
bij de samenstelling van de inmiddels van
kracht geworden Collectieve Arbeidsover
eenkomst voor het Bioscoopbedrijf reke
ning gehouden. Het praktijkcertificaat heeft
thans geldigheid in het gehele land, met
dien verstande dat voor bioscopen met een
langere werktijd dan 24 uur per week, dit
bewijs van bekwaamheid ten hoogste be
voegdheid geeft voor de functie van hulp
operateur, een daarvoor geschapen nieuwe
benaming, die te vergelijken is met de func
tie van derde of van tweede operateur. Een
en ander is voorlopig beperkt tot een pe
riode van drie jaar. De onderhavige ver
ruiming werd reeds voor het examen 1963
aangekondigd, doch veel invloed heeft dit
op het aantal kandidaten voor het examen
ter verkrijging van het praktijkcertificaat
nog niet gehad.
De marge tussen de diplomatoeslag en de
certificaattoeslag is in de Collectieve Ar
beidsovereenkomst eveneens vergroot en
wel door een niet onaanzienlijke verhoging
van de toeslagen voor het bezit van het
diploma-A respectievelijk B. Deze toeslagen
bedroegen per het einde van het verslag
jaar respectievelijk ƒ4,ƒ9,en 12,
per week.
Het bestuur behandelde voorts nog een aan
tal zaken van algemene aard, betrekking
hebbende op de gang van zaken bij de cur
sussen en op het dispensatiebeleid.
De periodiek aftredende bestuursleden zijn
in de loop van het jaar door het Hoofd
bestuur van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond, dat daartoe statutair is aangewezen,
herbenoemd waardoor het bestuur evenals
in het vorig jaar was samengesteld uit de
heren: W. F. Dubbeldeman, voorzitter,
G. H. Groenewegen, penningmeester, L.
79