18
Terzelfder tijd heeft het Hoofdbestuur op advies van de Sociale Commissie de werk
gevers in het film- en bioscoopbedrijf aangeraden gebruik te maken van de alge
mene vergunning van het College van Rijksbemiddelaars om van 1 januari 1966
af aan de werknemers op het bedrag, waarmede hun rechtens geldend loon uit
ging boven 12.000,- per jaar, een bijslag uit te keren van 8,6 (met een maxi
mum van 64,50 per jaar) als compensatie voor de premie, welke door
verschuiving van de inkomensgrens verschuldigd werd ingevolge de Algemene
Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet. De inkomensgrens was
namelijk verhoogd van 12.000,- tot 12.750,-.
Bij beschikking van het College van Rijksbemiddelaars werd voor het eerst met
ingang van 1 januari voor alle volwaardige mannelijke werknemers, die in volle
dige dienstbetrekking gedurende de normale arbeidsduur werkzaam 7ijn en de
leeftijd van 25 jaar bereikt hebben, een minimum loon van 120,- per week of
520,- per maand voorgeschreven. Daarbij was bepaald: indien in een in 1965
geldende C.A.O. een bepaling was opgenomen, welke een minimum inkomen
van 110,- per week garandeerde, dan gold het nieuwe minimum inkomen ten
aanzien van dezelfde leeftijdsklasse, waarvoor het minimum van 110,- was ge
garandeerd. Dat was dus ook van toepassing op het bioscooppersoneel, aangezien
in onze C.A.O. van 1965 inderdaad aan het mannelijk personeel van 23 jaar of
ouder een minimum inkomen van 110,- was gegarandeerd.
Eind maart heeft het College van Rijksbemiddelaars zijn beschikking op het mini
mum inkomen aangevuld met de bepaling, dat de beschikking ook van toepassing
is op vrouwelijke werknemers, die onder gelijke omstandigheden dezelfde arbeid
als mannen plegen te verrichten.
De enkele vrouwen, die in het bioscoopbedrijf als operateur fungeren, hadden
reeds hetzelfde loon als hun mannelijke collega's. Het werk van de overige werk
neemsters ouvreuses, caissières en garderobejuffrouwen wordt echter met
door mannen verricht. Vandaar dat de werkgevers het standpunt hebben inge
nomen, dat de beschikking op het minimum inkomen niet van toepassing is op
caissières, ouvreuses en garderobejuffrouwen.
Op voorstel van de Sociale Commissie heeft het Hoofdbestuur de leden-bioscoop-
ondernemers geadviseerd hun personeel voor het werken op 10 maart, de trouw
dag van H. K. H. Prinses Beatrix, een toeslag van 50 op het dagloon uit te keren
ofwel het personeel een extra vrije dag te geven.
In de vergadering van de Sociale Commissie van 9 maart kwamen aan de orde de
voorstellen van de beide vakbonden voor een nieuwe collectieve arbeidsovereen
komst. De voorstellen hadden betrekking op: het opnemen van nieuwe technische
functies in de C.A.O.; invoering van de vijfdaagse werkweek; een wekelijkse werk
tijd van 45 uur; een gewijzigd schema voor het werken op minder dan 45 uur per
week; opheffing van de gemeenteklasaftrek; toevoeging van de door de overheid
als nationale feestdag aangewezen dagen aan de categorie, waarvoor loontoeslag
wordt betaald met verhoging van die toeslag in het algemeen van 50 tot 100
plus een vrije dag; een toeslag van 50 voor zondagswerk; een gegarandeerd mini
mum loon voor mannelijke en vrouwelijke werknemers van 23 jaar en ouder van
120,- per week; verplichting tot betaling van een bijslag van 10 van het loon
als aanvulling op de uitkering ingevolge de Ongevallenwet; verlenging van de jaar
lijkse vakantie tot drie weken en, bij een dienstverband van meer dan tien jaar, tot
drie weken en drie dagen; het laten vervallen van het verschil in tijdstip tussen de
gewone vakantie en de extra vakantie; verhoging van de vakantietoeslag van 4
tot 6 van het loon over het tijdvak, waarin de vakantie is verworven; verho-