Ledenvergadering en Ledenraad 50 Op 31 mei werd de jaarlijkse ledenvergadering gehouden. In zijn openingsrede heeft de Voorzitter, de heer Joh. Miedema, beschouwingen gewijd aan het lasten- vraagstuk, de propaganda ter stimulering van het bioscoopbezoek, de verscherpte concurrentiestrijd, het voorstel van het Hoofdbestuur tot verbetering van de ver- spreidingsmogelijkheid en een snellere doorstroming van films en de ontwikkeling van onze organisatie. Het voorstel van het Hoofdbestuur om een bedrag tot een maximum van f. 200.000,beschikbaar te stellen ten behoeve van het Productie fonds voor Nederlandse Films werd aangenomen in combinatie met een motie, waarin de uitvoering van het besluit afhankelijk werd gesteld van het verkrijgen van de zekerheid, dat binnen redelijke tijd regeringsmaatregelen, strekkende tot verlichting van de op het bedrijf rustende fiscale lasten, getroffen zullen worden. Het jaarverslag over 1965 werd goedgekeurd, evenals de financiële jaarstukken, nadat de Commissie van Rapporteurs, bestaande uit de heren E. Alter, C. van Liere en M. J. W. Peters, rapport had uitgebracht over de door de commissie gevraagde inlichtingen inzake de rekening en verantwoording over 1965. De contributie voor het jaar 1966 werd overeenkomstig het voorstel van het Hoofd bestuur vastgesteld. De aftredende leden van het Hoofdbestuur, Drs. J. A. M. Bouts te Geleen, W. Hemelraad te Utrecht en A. F. Wolff, eveneens te Utrecht, werden bij enkele candidaatstelling herkozen. Eveneens werden herkozen de aftre dende leden van de Filmbeurscommissie, de heren G. H. Groenewegen te Leiden en H. Timmer te Amsterdam. Op voorstel van het Hoofdbestuur werd besloten de termijn van schorsing van af- delingsbesluiten als vermeld in het Uniform Reglement van de Provinciale en Plaatselijke Afdelingen van Exploitanten en wat daarmee verband houdt in over eenstemming te brengen met een wijziging van gelijke strekking, door de Ledenraad aangebracht in de reglementen van de Bedrijfsafdelingen. Ledenraad Ook dit jaar is er slechts één vergadering van de Ledenraad gehouden en wel op 28 november. Een geamendeerd voorstel van het Hoofdbestuur leidde tot het goedkeuren van een vereenvoudigde en verduidelijkte omschrijving van de bedrijven van filmfabrikan ten en filmproducenten in het Algemeen Bedrijfsreglement. Op voorstel van het Hoofdbestuur besloot de Ledenraad tot uitbreiding van het aantal plaatsvervangen de leden der Commissie Nieuwe Zaken en Beroep Nieuwe Zaken. Er werd voorts een nieuw Bedrijfsbesluit terzake van de Filmvertoning vastgesteld, waarbij vervroeging van het tijdstip van aanvang van nachtvoorstellingen mogelijk werd gemaakt. De Ledenraad heeft zich verenigd met een voorstel van het Hoofd bestuur om het Bedrijfsbesluit inzake de Programmering met een jaar te verlengen. Ook het Bedrijfsbesluit op de Filmrapporten werd met een jaar verlengd, zij het na het aanbrengen van enige redactieverbeteringen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1966 | | pagina 51