cn 60 worden toegelaten, hoewel hetzelfde genre als televisieserie regelmatig op de beeld schermpjes in de huiskamers verschijnt tot groot vermaak van de jeugd. Als men dan bedenkt, dat vele psychologen en paedago- gen de mening zijn toegedaan, dat cowboy- films bij uitstek geschikt zijn voor de jeugd, dan vragen wij ons af, of deze discriminatie van de film en de bioscoop nog langer aanvaard moet worden. De Braziliaanse film „Bonitinha Mas Or- dinaria" (Nederlandse titel: Mensen zonder schaamte) werd door de Rijksfilmkeuring in eerste instantie toelaatbaar verklaard voor personen boven achttien jaar. De min derheid der Commissie verlangde herkeu ring. De herkeuringscommissie verbood de film. Op verzoek van de gedupeerde impor teur heeft het Afdelingsbestuur de film be zichtigd. Het kwam tot de conclusie, dat het verbod van deze film ongegrond moet worden geacht als men de film vergelijkt met talrijke andere, wel toegelaten films, waarvan de inhoud voor wat de aangevoch ten gedeelten betreft op één lijn staat met de film in kwestie. Derhalve werd de film op advies van het Bestuur in lichtelijk ge wijzigde samenstelling opnieuw ter keuring aangeboden, maar het verbod bleef, ook bij herkeuring, gehandhaafd. Het zal met deze film wel net gaan als met verschillende an dere, vroeger verboden films: over een paar jaar, als de film nog eens ter keuring wordt aangeboden, is het niemand meer duidelijk waarom de film eerst verboden was. NAKEURING De Katholieke Filmcentrale heeft in het verslagjaar 388 (in 1965: 407) hoofdfilms gekeurd. In 111 (75) gevallen is de K.F.C. afgeweken van de uitslag der Rijksfilmkeu ring. Van de 72 hoofdfilms, welke de Rijksfilm keuring voor alle leeftijden heeft toegelaten, heeft de K.F.C, er 2 (één) in de klasse B ingedeeld. Verschuiving naar de klasse Cl vond in het verslagjaar niet plaats; het jaar ervoor heeft de K.F.C, één film der A-cate gorie ingedeeld in de klasse Cl. Van de 159 films, toegelaten door de Rijks filmkeuring voor personen boven 14 jaar, heeft de K.F.C, er acht (16) ingedeeld in de klasse Cl en één (twee) in de klasse Van de 157 films, door de Rijksfilmkeuring toegelaten voor personen boven achttien jaar, heeft de K.F.C, er 27 (27) ingedeeld in de klasse CII, 18 (16) in de klasse CIII en 10 (12) in de klasse D (derhalve ontoe laatbaar verklaard). Een verscherping van de nakeuring in 1966 in vergelijking met 1965 is onmiskenbaar. Ondanks vermindering van het aanbod is het aantal malen, dat de K.F.C, van de uit slag der Rijksfilmkeuring is afgeweken met 48% gestegen. Inmiddels hebben er zovele gemeenten, waaronder de grootste uit Noord-Brabant, besloten uit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor Gemeenschappelijke Film keuring op Katholieke Grondslag te treden, dat het voortbestaan van deze Vereniging op zijn minst dubieus is geworden. Uitge treden zijn reeds Breda, Deurne, Eindhoven, Geertruidenberg, Helmond, Roosendaal, Til burg, Valkenswaard en Venlo. Het komt ons voor, dat daarmede het vraagstuk van de nakeuring ex artikel 4 der Bioscoopwet ongeacht de op 6 oktober van het verslagjaar geïnstalleerde advies commissie met betrekking tot de eventuele wijziging der Bioscoopwet zijn natuur lijke oplossing nadert. TWEEDE MONOPOLE EN RE-ISSUERECHTEN De ledenvergadering van 25 februari be sloot voor de tweede maal tot ver lenging van het Afdelingsbesluit inzake Tweede Monopole en Re-Issuerechten. Aan de toelichting op het Bestuursvoorstel ont lenen wij, dat het besluit in de vier jaar van zijn bestaan uitstekend blijkt te voldoen. Er hebben zich geen klachten over de wer king van het besluit voorgedaan. Men vindt het volkomen normaal, zoals het besluit voorschrijft, om overeenkomsten terzake van de exploitatierechten van een film die reeds vroeger door een van onze leden in Nederland is geëxploiteerd, niet eerder aan te gaan dan nadat twee jaar zijn verstreken sedert de dag, waarop het recht van laatst bedoeld lid is geëindigd. Tot dusver is er nimmer een beroep op het Afdelingsbestuur gedaan om overeenkomstig artikel 3 van het besluit toe te staan, dat tweede mono pole en re-issuerechten binnen de termijn van twee jaar zonder toestemming van de vorige licentiehouder zouden worden aan gekocht, omdat de eerste licentiehouder niet bereid was de tweede rechten te kopen of althans daarvoor een redelijke licentie te be talen. Wel bereikte het Bestuur een klacht van een der leden, dat een van zijn collega's bezig was de televisierechten te kopen van twee films, die door eerstbedoeld lid vroe ger werden geëxploiteerd, maar wiens licen tiecontract korter dan twee jaar geleden was verstreken. De transactie ging niet door. De

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1966 | | pagina 59