samenstelling van een collectieve goodwill
publicatie op het gebied van de opdracht-
films. Aan de Commissie werd opgedragen
de geopperde denkbeelden nader uit te wer
ken, doch zij was daarmede per het einde
van het verslagjaar nog niet geheel gereed.
BESTUURSWERKZAAMHEDEN
Het Bestuur was in 1966 samengesteld uit de
heren C. S. Roem, Voorzitter, L. W. R.
Meyer, Vice-Voorzitter, Mr. H. B. F. J. A.
Peters, Secretaris, M. de Haas, Penningmees
ter, Y. Brusse, B. Haanstra en T. de Wit,
leden, terwijl als Administrateur optrad de
heer L. Claassen. Er zijn in het verslagjaar
12 Bestuursvergaderingen gehouden, tegen
8 in het voorgaande jaar. Op voordracht van
het Bestuur zijn door het Hoofdbestuur op
de Lijst van Geen Bezwaar geplaatst: A. M.
Rademakers Filmproductie, Amsterdam,
Atlas Film, Amsterdam en Scorpio Films,
Amsterdam. Een afwijzend standpunt werd
ingenomen ten aanzien van een aanvrage
van Film Group One N.V. i.o. Per het einde
van het verslagjaar waren aanvragen in be
handeling van Paul Huf Film Associates
N.V., Amsterdam, Televisie Realisatie
Trebert C.V., Amsterdam, Parnasse Produk-
ties, Amsterdam, Dutch Film Unit, Amster
dam en Cartouche Filmproductie, eveneens
te Amsterdam. De aanvragen van Athena
Film, Naarden, TeleTime Productions, Am
sterdam, alsmede Fotostudio Baggelaar te
Amsterdam werden* overeenkomstig een
advies van het Bestuur voorlopig ingetrok
ken. Voorts hadden Telefund Holland en
M. M. Chanowski Productions NV., die
reeds eerder op de Lijst van Geen Bezwaar
waren geplaatst, overeenkomstig een advies
van het Bestuur een aanvrage ingediend bij
de Commissie Nieuwe Zaken, teneinde te
worden toegelaten tot het lidmaatschap van
de Bond. Op eerstgenoemde aanvrage werd
door de Commissie Nieuwe Zaken gunstig
beslist, de tweede aanvrage was op 31 de
cember nog in behandeling. Voorts is aan
de Commissie Nieuwe Zaken een gunstig
advies uitgebracht op een aanvrage van
Topspot N.V. om te worden ingeschreven
voor de productie van korte films en werd
afwijzend geadviseerd op een aanvrage van
Pan Film N.V. om eveneens voor de produc
tie van korte films te worden ingeschreven.
Door de Commissie Nieuwe Zaken is op
beide aanvragen gunstig beslist en het Be
stuur heeft inzake de aanvrage van Pan Film
N.V. hoger beroep ingesteld. Ook in beroep
werd de gevraagde toestemming echter ver
leend.
Buiten de voorbereiding van de hiervoor
reeds genoemde niet eenvoudige ledenver
gaderingen, werd een groot deel van de
Bestuursvergaderingen in beslag genomen
door kwesties op het gebied van de film
verzekeringen en die op het terrein van de
televisiereclame. Er werd met het Bureau
voor Filmverzekeringen uitvoerig overleg
gepleegd over wijzigingen in de polisvoor
waarden en over speciale verzekeringen voor
televisiecommercials. Tegen het einde van
het verslagjaar was men het tenslotte over
vrijwel alle discussiepunten eens geworden.
Ook werd enige malen overleg gepleegd met
de directie van de N.V. Cinecentrum, welke
onderneming na het opzeggen van de nega
tiefpolis tegen einde 1965 door haar verze
keraars uit het Bureau, deze verzekering
elders beter bleek te kunnen onderbrengen.
De ongewenste gebruiken die op dit terrein
waren gerezen, namelijk het vooraf overleg
met de directie van de N.C. Cinecentrum in
plaats van met het Afdelingsbestuur zijn uit
voerig besproken en het Bestuur, heeft in
overleg met genoemd lid, zodanige regelin
gen met verzekeraars getroffen, dat de thans
door omstandigheden doorbroken collectivi
teit op het gebied van de filmverzekeringen,
te gelegener tijd kan worden hersteld.
Zoals gezegd kreeg de kwestie der reclame
televisie zeer veel aandacht, zowel van de
kant van het Bestuur, als van de door het
Bestuur in het leven geroepen Televisie
Commissie en er wordt daarover elders in
dit verslag afzonderlijk gerapporteerd.
In overleg met het Bestuur werd in de
laatste maanden van het jaar door het
Nederlands Filminstituut een filmtechnische
avondcursus georganiseerd, waarvoor zeer
grote belangstelling bestond. Het betrof hier
een basiscursus, die mogelijk later door een
meer gespecialiseerde cursus op productie-
technisch gebied zal worden gevolgd.
Tenslotte moet onder deze rubriek nog
worden vermeld, dat behalve de reeds eerder
genoemde activiteiten betreffende een wijzi
ging van artikel 1 van het Algemeen Be-
drijfsreglement, door het Bestuur ook voor
stellen bij het Hoofdbestuur aanhangig zijn
gemaakt tot wijziging van artikel 8 van dat
reglement, waarin de normen voor de toe
lating tot het Bondslidmaatschap zijn vast
gelegd. Per het einde van het verslagjaar
waren deze voorstellen nog in behandeling.
De nieuwe tekst van genoemd artikel 1 was
per het einde van het jaar nog niet door het
Hoofdbestuur aan de leden toegezonden.
TELEVISIERECLAME
In het begin van het jaar zijn door het
Bestuur tot leden van de Televisie Commis-
65