Afdeling Amsterdam
rie en andere uitgaven. De subsidie voor het
Productiefonds voor Nederlandse films
werd verhoogd met 100.000,en zal
voor 1967 1.075.000,— bedragen. Voor
het Nederlandse journaal van Polygoon is
wederom een maximale bijdrage van
400.000,voorzien, die in een andere post
van bedoelde begroting is ondergebracht.
Nu de commerciële televisie inmiddels een
feit is geworden, kan worden gesteld dat
deze voor ons land nieuwe bedrijfstak een
zekere continuïteit op filmproductiegebied
zal meebrengen, waarvan ongetwijfeld ook
in de andere productiesectoren kan worden
geprofiteerd. Buitenlandse ervaringen hebben
namelijk geleerd, dat de komst van reclame
in de televisie met de daarvoor noodzakelijke
grote aantallen korte films, een grote stimu
lans heeft gevormd voor de filmproductie
in haar totaliteit. Uiteraard zal moeten wor
den afgewacht in hoeverre hierdoor aanzien
lijke verschuivingen in de huidige situatie
zullen optreden.
Vooruitzichten voor de gang van zaken bij
de productie van andere korte films in de
particuliere sector zijn zeer moeilijk te
geven, aangezien hierbij de recente conjunc
turele ontwikkelingen mogelijk een rol zul
len spelen.
Tenslotte zij opgemerkt, dat mede door de
activiteiten die de jongere filmers de laatste
tijd ten toon hebben gespreid, de Neder
landse film in het centrum van de belang
stelling staat, ook al zijn er tot dusverre geen
meesterwerken te voorschijn gekomen. De
zo zeer begeerde continuïteit op filmproduc
tiegebied is duidelijk aan het groeien, het
geen in het belang van alle betrokkenen kan
worden geacht en derhalve zoveel mogelijk
zal moeten worden gestimuleerd. Het valt
niet te betwijfelen dat men daarbij, naast
individuele activiteiten, door eendrachtige
samenwerking in het kader van de organi
satie de beste kansen heeft.
L. Claassen, Administrateur
68
Hoewel de vermindering van de verkoop
van entreebiljetten nog niet tot stilstand
is gekomen, hebben de opbrengsten van het
hoofdstedelijk bioscoopbedrijf zich gehand
haafd en de algemene prijsindex ten naaste
bij kunnen volgen. Een en ander moge blij
ken uit de gegevens, die in het verslag van
de werkzaamheden van het Hoofdbestuur
over het afgelopen jaar gepubliceerd zullen
worden. Niet ontkend kan worden, dat de
hoofdstad met haar vele mogelijkheden een
gunstige invloed uitoefent op de vorming
van een constant en vruchtbaar filmklimaat.
Sommige zaken van onze leden trekken
hiervan profijt, zodat zij er in slagen de
moeilijkheden het hoofd te bieden. Andere
daarentegen en wij denken hierbij in het
bijzonder aan de buurtbioscopen verkeren
sedert geruime tijd in een toestand van
malaise, die meer en meer van structurele
aard blijkt te zijn. Sluitingen konden dien
tengevolge niet uitblijven. Wat er thans nog
rest aan buurtbioscopen, wordt voorlopig
verder geëxploiteerd in de hoop, dat weder
om een kentering komt in de programme-
ringsmogelijkheden en de belangstelling van
de buurtbewoners. Zij hebben zich met hun
noden tot hun Afdelingsbestuur en in over
leg met dit Bestuur tot de Gemeente ge
wend, teneinde een regeling ter overbrug
ging van de huidige moeilijkheden te er
langen.
Bij het nagaan van hetgeen er in het raam
van de afdelingsbemoeiingen in het ver
slagjaar is geschied, bleek de hoeveelheid
te memoreren punten als altijd weer ver
rassend groot.
Het aantal bestuursvergaderingen bedroeg
zeven; het aantal ledenvergaderingen: vier.
De heer J. van der Horst, die negentien
jaar bestuurslid was geweest, waarvan ze
ventien jaar Secretaris, was periodiek af
tredend en kon niet worden herbenoemd,
wegens de opheffing van zijn bioscoopbe
drijf te Amsterdam, het Van Swinden
Theater. In de Jaarvergadering van 4 maart
nam de heer Van der Horst afscheid van
zijn collega's, nadat de Voorzitter hem na
mens de Afdeling Amsterdam dank had ge
zegd voor de in zijn functie aan de organi
satie bewezen diensten. De heer Van der
Horst was tevens jarenlang lid van de Com
missie van Geschillen van de Bond.
De periodiek aftredende Bestuursleden, C.
J. Blad, Penningmeester, en W. Hulshoff
Pol, lid, werden herkozen. In de vacature
ontstaan door het aftreden van de heer Van
der Horst werd benoemd de heer C. A.
Koppies, directeur van de N.V. Maat
schappij tot Exploitatie van het Cultura
Theater, exploiterende de bioscoop Cinétol.
Op voorstel van het Bestuur werd de heer
C. J. Blad herbenoemd tot Penningmeester.
Tevens werd op voorstel van het Bestuur
de heer W. Hulshoff Pol benoemd tot
secretaris.
De Ledenvergadering besloot voorts de candi-
datuur van de periodiek aftredende Hoofdbe-