Afdeling Rotterdam werden belegd. De grotere frequentie werd o.a. veroorzaakt door het feit dat op de jaarvergadering van 16 maart 1966 een be- stuursverkiezing plaatsvond, waarbij gelijk tijdig gevolg werd gegeven aan een besluit van de ledenvergadering om het aantal be stuursleden terug te brengen van 7 naar 5 leden. Dit bracht tevens met zich mede, dat er een wijziging in de verdeling van de bestuursfuncties plaats vond. Als resultaat van de verkiezing en genoemd besluit werd de samenstelling van het Bestuur als volgt: M. S. Schaap, Voorzitter; Mr. P. A. Meer burg, Vice-Voorzitter; J. J. L. Gielisse, Se cretaris; C. Blad, Penningmeester; W. F. Dubbeldeman, lid. Vertegenwoordiging in de Ledenraad door de heer J. J. L. Gielisse, terwijl de Haagse Afdeling in de Afde- lingsraad werd vertegenwoordigd door de heren Schaap, Meerburg en Gielisse. Als gevolg van deze mutatie in de bestuurs samenstelling trad de heer R. Uges af als bestuurslid en ik acht het zeker juist om de heer Uges op deze plaats dank te zeggen voor het vele dat hij tijdens zijn jarenlange bestuursfuncties voor onze Afdeling heeft verricht. Ook dit jaar heeft onze Afdeling weer te kampen gehad met dalend bezoek en stijging van kosten. Nog steeds blijft ons bedrijf gebukt gaan onder extra lasten, waarvoor geen enkele verlichting zelfs in het verschiet ligt, ondanks' de niet aflatende activiteiten van het Hoofdbestuur. Het pad van de bioscoopexploitant in Ne derland en vooral van de onafhankelijke exploitant gaat niet over rozen. Het vereist zijn volledige inzet om te kunnen voldoen aan de moeilijke opgave om 365 dagen per jaar klaar te staan om verantwoord amuse ment te bieden, terwijl hij naast de vaak grote programmerings-moeilijkheden als ge volg van ongewenste concurrentieverhoudin gen onderling, de strijd moet voeren tegen andere gesubsidieerde amusements-media. Het is dan ook niet te verwonderen, dat dit jaar de namen van twee grote Haagse theaters zijn toegevoegd aan de lijst van bioscopen in den lande, die de ongelijke strijd hebben gestaakt. Het Rembrandt Theater sloot zijn poorten, terwijl het Capi- tol Theater tot bede-huis werd ingericht. Daartegenover dwingt het respect af en is het een stimulerend voorbeeld, dat ondanks bovengeschetste moeilijkheden er toch on dernemers gevonden worden, die in deze tijd vernieuwing van hun bedrijven kunnen reali seren. Het Cineac Theater aan het Buitenhof on derging een geslaagde vernieuwing, terwijl het Apollo Theater zijn restauratie afrondde met een fraaie ingang. Ook de plannen van de Mij. voor Cinegrafie om het Theater „De Uitkijk" in het Gemeente Museum eer lang te verplaatsen naar het in aanbouw zijnde Congresgebouw met de vestiging van een ,,art-house" vonden de instemming van Bestuur en leden. Naar het voorbeeld van Rotterdam en Amsterdam heeft de Afdeling besloten de gezamenlijke wekelijkse bioscoop-agenda te moderniseren, waardoor deze collectieve pu bliciteit aantrekkelijker en overzichtelijker is geworden. Op 1 april 1966 ging de exploitatie van het Hollywood Theater in de Boekhorststraat van Gebr. Hirschberg concern over in han den van N.V. Royal Film, Amsterdam. Om doublures te voorkomen moge ik voor de overzichten van recettes en bezoekersaan tallen in onze Afdeling naar de maandelijkse overzichten van de Bond, alsmede naar de gegevens in het Bondsjaarverslag verwijzen. Aan het einde van dit verslagjaar ontving onze Voorzitter, de heer M. S. Schaap, de vererende uitnodiging om in zijn kwaliteit als Voorzitter van de Afdeling Den Haag van de Nederlandsche Bioscoop-Bond de plechtige huwelijksvoltrekking tussen H.K.H. Prinses Margriet en de heer Mr. P. van Vollenhoven in de Grote Kerk, alhier bij te wonen, waaraan hij vanzelfsprekend gevolg heeft gegeven. J. J. L. Gielisse, Secretaris 71 Zoals aangetoond door de regelmatig door het Bondsbureau aan de leden verstrekte statistieken, leverde het afgelopen jaar we derom het beeld op waarmede wij geleidelijk vertrouwd zijn geraakt: dalende bezoek cijfers, welke mede werden beïnvloed door langdurige roadshows van avondvullende films, en een lichte stijging der recettes welke in de meeste gevallen niet opweegt tegen de constante stijg;ng van lonen en overige exploitatiekosten. Nieuwe bioscopen werden ook dit jaar niet geopend, maar wel zag onze stad zich verrijkt met een gemeen telijk muziekcentrum van grote omvang en allure, dat onder de naam „De Doelen" zijn feestelijke opening beleefde en sinds dien grote bezoekersaantallen wist te trek ken. Ons Bestuur, dat halstarrig blijft hopen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1966 | | pagina 70