78 TWINTIG JAAR OPERATEURSOPLEID1NG Hoewel zulks strikt genomen niet behoort tot de verslaggeving over het afgelopen jaar, biedt het 20-jarig bestaan van onze Stich ting toch wel voldoende aanleiding om op deze plaats enige gegevens over deze lange periode te publiceren. Daarbij moet worden opgemerkt dat de navolgende cijfers werden verkregen met behulp van de periodieke controle der werkboekjes, die zich steeds uitstrekt over een periode van circa 2 jaar. Dit betekent dat de gegevens nimmer ge heel „bij" kunnen zijn en dat bovendien enig voorbehoud moet worden gemaakt ten aanzien van de exactheid der cijfers, aan gezien niet alle operateurs gevolg geven aan onze verzoeken tot inzending der werkboek jes. Dit neemt niet weg, dat het cijferma teriaal in grote lijnen in overeenstemming kan worden geacht met de bestaande situatie. In 1956 bedroeg het aantal operateurs dat in het bedrijf werkzaam was, 1326, welk aantal per september 1966 was gedaald tot 984; een teruggang dus van 342 werkne mers. Het jaar 1956 is hier als uitgangspunt gekozen, omdat toen ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan een verslag werd uitgege ven, waarin documentatiemateriaal over de voorgaande periode was opgenomen. Van genoemde 984 operateurs bezitten er volgens recente tellingen 190 het diploma B (eventueel gecombineerd met A), 46 het diploma A, 193 het Practijk Certificaat en zijn er 281 vrijgesteld. Er zijn 234 gere gistreerde leerling-operateurs, 14 gedispen- seerden, 11 ongediplomeerden en 15 tech nische bedrijfsleiders. Van 78 operateurs die in vorenstaande tellingen wel zijn opgeno men, is niet met zekerheid bekend of zij thans nog in het bedrijf werken. Daaronder bevinden zich 10 houders van het diploma B, 1 van het diploma A, 6 van het Practijk Certificaat, 50 vrijgestelden en 11 onge diplomeerden. Er zijn in de afgelopen 10 jaren volgens de uitgereikte werkboekjes ongeveer 870 ope rateurs bijgekomen, terwijl er 240 gediplo meerden zijn vertrokken, 175 houders van het Practijk Certificaat en 195 vrijgestelden, in totaal dus 510 bevoegde operateurs. Ge zien de vermindering van het totale opera teursbestand met 342 man en het positieve verschil tussen de aanwas enerzijds en het vertrek van 510 bevoegde krachten ander zijds, zijnde 360, kan worden geconcludeerd dat het overige verloop in 10 jaar ruim 700 werknemers heeft bedragen. Daaronder bevond zich een groot aantal operateurs dat pas na 1956 zijn intrede in het bedrijf heeft gedaan. Wat tenslotte het aantal cursisten betreft, kan worden gerapporteerd dat in de periode 1947/1956 873 cursisten aan de grote cur sus hebben deelgenomen en 148 aan de practijkcursus. In de periode van 1957 tot en met 1966 zijn 378 cursisten ingeschreven voor de hoofdcursus en 183 voor de prac tijkcursus. In totaal zijn er dus tenminste 1582 cursisten geweest, die korter of langer via ons Instituut hebben gestudeerd. Het woord tenminste wordt hier gebruikt omdat bepaalde steekdata voor de tellingen zijn aangehouden en de mogelijkheid bestaat dat het aantal deelnemers per cursus op een later of vroeger tijdstip iets hoger is ge weest. Grote verschillen kan dit echter nauwelijks veroorzaken. Hoeveel leerlingen de cursus geheel hebben voltooid, is helaas bij gebrek aan voldoende cijfers moeilijk te achter halen. Gezien het gebruikelijke verloop van 40 a 50% zal dit ongeveer de helft van bovengenoemd totaal aantal zijn. VOORUITZICHTEN Hoewel het vorenstaande cijfermateriaal een mineurstemming zou kunnen oproepen, mag toch niet uit het oog worden verloren dat ons Instituut gedurende de afgelopen 20 jaar zeer veel werk heeft verzet en met gerechtvaardigde trots op deze periode kan terugzien. De tijdsomstandigheden hebben zeker de laatste 10 jaar een sterke tegen stroom veroorzaakt, waartegen wij niet kon den oproeien. Met lede ogen hebben wij moeten aanzien dat, hoewel 10 jaar geleden het aantal onbevoegde operateurs tot enkele tientallen was gereduceerd, nadien een ten dens in de tegenovergestelde richting is op getreden. De vakopleiding is echter in stand gebleven, ja zelfs geconsolideerd en staat voor iedere aankomende operateur ter be schikking, waarbij het, gezien de onvermij delijke nadelen van schriftelijk onderwijs, vrijwel geheel van de betrokken leerling af hangt, welke profijten hij daarvan in de toekomst zal trekken. Zoals reeds eerder werd opgemerkt, neemt de grote spanning op de arbeidsmarkt thans duidelijk af en mogelijk zal daarvan in de naaste toekomst de invloed ook bij onze opleiding merkbaar worden, met dien ver stande dat zowel het aantal serieuze cur sisten als de examenresultaten zich weder om in opgaande lijn gaan bewegen. Het be hoeft zeker geen betoog, dat een dergelijke stimulans voor de verdere ontplooiing van onze activiteiten bijzonder welkom zou zijn. L. Claassen, Secretaris.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1966 | | pagina 77