F.I.A.D. De Fédération Internationale des Associations de Distributeurs de Films verga derde op 20 mei 1968 te Cannes. De heer W. Hemelraad, lid van het Hoofdbe stuur en voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, vertegenwoordigde de Bond op die vergadering. Onder meer werd ter sprake gebracht de uitzending van speelfilms door de televisie, met name in samenhang met de sterk toegenomen ontvangstmogelijkheden over de grenzen. Voorts heeft de F.I.A.D. zich beraden over de mogelijkheid tot bevordering van de verspreiding van de Europese film op de wereldmarkt. Men denkt hierbij met name aan een vorm van exportstimu lering door onderlinge samenwerking. C.I.C.E. Het Comité de 1'Industrie Cinématographique Européenne, dat de belangen be hartigt van de filmindustrie in de Europese Economische Gemeenschap, is op 20 februari van het verslagjaar in audiëntie ontvangen door de heer G. Colonna di Paliano, lid van de Europese Commissie voor Industriële Zaken. De Nederland se Bioscoopbond was bij die gelegenheid vertegenwoordigd door de heer J. G. J. Bosman. De vertegenwoordigers van de E.E.G.-landen hebben gepleit voor in ternationale coördinatie van de steunmaatregelen der lid-staten. Een dergelijke coördinatie dient naar hun oordeel te geschieden met inachtneming van de be langen der kleine filmproducerende landen in de Benelux. De heer Colonna heeft het C.I.C.E. toegezegd, dat een vertegenwoordiging van het Europese filmbedrijf door de betrokken E.E.G.-autoriteiten zal worden gehoord, wanneer wetgevende problemen op filmgebied aan de orde zijn. U.E.S.C. De Union Européenne du Spectacle Cinématographique behartigt in het bijzon der de belangen van de bioscoopexploitatie in de E.E.G. Een delegatie van de U.E.S.C. is op 23 april door het lid van de Commissie van de E.E.G.de heer G. Colonna di Paliano, in audiëntie ontvangen. Van Nederlandse zijde was aan wezig de heer J. G. J. Bosman. De U.E.S.C. heeft er bij de heer Colonna op aan gedrongen te bevorderen, dat de bijzondere fiscale lasten op de bioscoopexploi tatie in de E.E.G.-landen zullen worden afgeschaft en dat de B.T.W.-tarieven voor de bioscopen in de lid-staten zullen worden geharmoniseerd volgens het beginsel van de meestbegunstigingsclausule. Ook heeft de U.E.S.C. de medewer king van de heer Colonna ingeroepen ter verwezenlijking van een normalisatie der betrekkingen tussen het film- en bioscoopbedrijf en de televisie en wel zo danig, dat met de specifieke belangen van de bioscopen op het gebied van de filmvertoning rekening wordt gehouden. E.E.G. De werkzaamheid van de Europese Economische Gemeenschap op het terrein van de filmwetgeving staat in verband met het streven, neergelegd in het Verdrag van Rome, de belemmeringen terzake van het vrije verkeer van personen, dien sten en kapitaal te verwijderen en een situatie te scheppen, waardoor wordt ge waarborgd, dat de concurrentie binnen de gemeenschappelijke markt niet wordt vervalst. Voor de ondernemingen in het film- en bioscoopbedrijf zijn in dit op-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1968 | | pagina 18