Nadien vond nog een mutatie plaats, aangezien de heer L. W. R. Meyer zich om gezondheidsredenen genoodzaakt zag zich als arbiter terug te trekken. In verband hiermede trad aan het einde van het verslagjaar een nieuw lid tot de Raad toe door de benoeming van de heer W. Hemelraad. Door het neerleggen van zijn functie kwam voor de heer Meyer een einde aan een ruim twintigjarig arbiter schap, waarvan de laatste tien jaar als lid van de Raad. In deze jaren is de heer Meyer vele malen in functie geweest, waarbij hij blijk heeft gegeven te beschikken over de hoedanigheden, die voor de vervulling van deze belangrijke taak in het Bondsbestel vereist zijn, en wel speciaal over een wijs oordeel en een veelomvat tende kennis van zaken. Het Hoofdbestuur heeft zijn bijzondere waardering en erkentelijkheid aan de heer Meyer voor zijn werkzaamheid als arbiter tot uitdruk king gebracht. Op 20 augustus vond de loting voor de samenstelling van de Kamers ten overstaan van het Hoofdbestuur plaats, op grond van artikel 12 D van het Arbitra ge Bondsreglement. Onder voorzitterschap van de heer C. S. Roem en plaats vervangend voorzitterschap van de heer D. J. van Leen werden voor 1968 de Kamers als volgt samengesteld: Ie Kamer: W. F. Dubbeldeman, Amsterdam, B. W. G. van Royen, Amsterdam, leden-exploi- tanten, H. S. Boekman, Amsterdam, L. W. R. Meyer, Amsterdam (later vervan gen door W. Hemelraad, Utrecht), leden-filmverhuurders. 2e Kamer: J. Nijland, Utrecht, A. F. Wolff, Utrecht, leden-exploitanten, L. J. Paerl, Amster dam, J. P. M. A. Smulders, Amsterdam, leden-filmverhuurders. Aan het einde van het verslagjaar werd een hoger beroep door een lid-filmverhuur- der contra een lid-filmverhuurder ingediend. Dit beroep werd begin 1969 ingetrok ken. Gemengde Commissie van Geschillen Deze Commissie bestond in 1968 uit de heren M. Samson, Rotterdam, voorzitter; J. H. van Straaten, Amsterdam, plaatsvervangend voorzitter; C. J. Blad, Amster dam en Th. de Ruiter, Hilversum, leden; W. Hulshoff Pol, Amsterdam en J. Ph. van der Linden, Dordrecht, plaatsvervangende leden en H. W. Hagenberg, Secre taris. Er zijn in het verslagjaar geen geschillen aanhangig gemaakt. Gemengde Raad van Beroep Deze Raad was in het verslagjaar als volgt samengesteld: C. S. Roem, Den Haag, voorzitter; D. J. van Leen, Wassenaar, plaatsvervangend voorzitter; W. F. Dub beldeman, B. W. G. van Royen en J. Smit, allen te Amsterdam en G. F. Turèl te Bussum, leden; J. Nijland, Utrecht, A. van Bloemendaal, Groningen, Mr. Dr. J. C. C. Haar, Den Haag en A. F. Wolff, Utrecht, plaatsvervangende leden, en Mr. W. van Heuven, Secretaris. Er moest nog worden beslist in een beroepzaak, aanhangig gemaakt in 1967, maar de behandeling werd uitgesteld tot 1969. In het verslagjaar werd geen hoger beroep bij de Gemengde Raad van Beroep ingediend.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1968 | | pagina 24