de bedrijfstak e (het verhuren aan bioscopen van Nederlandse films, uitgezonderd
journaals) aan te houden, totdat requestrante zal hebben aangetoond, dat haar te
verhuren produkties betrekking hebben op „Nederlandse films". In het verslagjaar
had aanvraagster dit bewijs nog niet geleverd.
Den Helder kreeg een nieuw Rialto.
Commissie Beroep Nieuwe Zaken
De Commissie bestond uit Mr. J. A. van Lanschot Hubrecht, Wassenaar, voorzitter;
Mr. A. Greebe, Voorburg, vice-voorzitter; W. F. Dubbeldeman, Amsterdam, C. S.
Roem, Den Haag en Drs. E. H. Scherks, Utrecht, leden; en Mr. M. Geerling,
Amsterdam, W. Hemelraad, Utrecht, H. Miedema, Deventer, P. J. N. R. Ooms en
B. W. G. van Royen, beiden Amsterdam, plaatsvervangende leden en H. W.
Hagenberg, Secretaris.
De Commissie heeft in 1968 één zitting gehouden onder leiding van Mr. J. A. van
Lanschot. Behandeld werd een hoger beroep, ingesteld door het Bestuur der Be
drijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten tegen een beslissing der Com
missie Nieuwe Zaken, waarbij aan een rechtspersoon toestemming was verleend
tot het gaan exploiteren van een filmproduktiezaak, onder andere voor de produk-