afdelingsvorming is zodanig geschied, dat in de afdelingen, ook in economisch op zicht, een evenwichtige situatie is gecreëerd, zodat, wat het stemrecht betreft, in het algemeen kon worden volstaan met het systeem van stemmen krachtens vol strekte meerderheid. Aldus is uitgesloten, dat een groepering door een overheer sende positie naar aantal of omzet de besluitvorming eenzijdig zou kunnen be palen. Het systeem van bedrijfsafdelingen is thans ook van toepassing op de bioscoop exploitatie. De Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten neemt op hetzelfde niveau deel aan de arbeid in de organisatie als de reeds bestaande Bedrijfsafdeling Film verhuurders en de Bedrijfsafdeling Filmproduktie, omvattende filmproduktiezaken, -laboratoria en -studio's. De Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten is onderver deeld in vier afdelingen, waarin uit een oogpunt van bedrij f sproblematiek verge lijkbare gemeenten zijn samengebracht. De Afdeling A omvat de steden Amster dam, Den Haag en Rotterdam; in de Afdelingen B, C en D zijn de overige gemeen ten in ons land opgenomen, zulks naar gelang van hun betekenis op het gebied van de bioscoopexploitatie. De Afdeling D, waarin de kleinere bioscopen in het algemeen zijn verenigd, is om praktische redenen onderverdeeld in de Sectie Het Noordoosten, de Sectie Het Westen en de Sectie Het Zuiden; haar ledenverga dering is de Sectieraad, bestaande uit vijftien leden, te weten de bestuurders der secties. De Afdelingsvorming bij de bioscoopexploitatie komt in de plaats van de vroegere lokale en provinciale indeling, die voor een gerichte benadering van de onder scheiden problemen van de bioscoopexploitatie minder doelmatig was. Als leden vergadering van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten fungeert de Exploitan- tenraad, die, wat samenstelling betreft, een zo perfect mogelijke afspiegeling is van de sector der bioscoopexploitatie. De Exploitantenraad bestaat uit de voorzitter van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexoloitanten, de vijf bestuursleden van de Afde ling A, de vijf bestuursleden van de Afdeling B, de vijf bestuursleden van de Af deling C en de drie Sectievoorzitters van de Afdeling D. De afvaardiging naar de overkoepelende organen is zodanig geregeld, dat de be drijfssectoren in al haar verscheidenheid automatisch in de hogere organen zijn gerepresenteerd. Deze vertegenwoordiging geschiedt voornamelijk door de betrok ken afdelingsbestuurders, zij het, dat daarnaast ten aanzien van de Bondsraad op beperkte schaal gelegenheid is geschapen voor een vertegenwoordiging door niet- bestuursleden. De Bondsraad bestaat op grond van deze algemene principes uit 36 personen, namelijk de Bondsvoorzitter, de 19 leden van de Exploitantenraad, de 4 speciale gedelegeerden van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten, van wie er door elk der Afdelingen A, B, C en D één wordt benoemd, de 7 bestuursleden van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, de speciale gedelegeerde van de Bedrijfs afdeling Filmverhuurders, alsmede 4 gedelegeerden van de Bedrijfsafdeling Film produktie. Laatstbedoelde gedelegeerden worden gevormd door de voorzitter, de vice-voorzitter en de penningmeester van de Bedrijfsafdeling Filmproduktie, be nevens een speciale gedelegeerde van deze bedrijfsafdeling, al of niet uit haar bestuur benoemd. Gezien het karakter van de Bond als de organisatie van het gehele film- en bio scoopbedrijf en gelet op de grote verscheidenheid van belangen is ten aanzien van het bondsvoorzitterschap gedacht aan de mogelijkheid een meer los van de groe pen staande figuur te kiezen, die anders dan krachtens de vroegere regeling niet noodzakelijkerwijs een bedrijfsgenoot behoeft te zijn. Het systeem van de doorstroming van basis naar top is ook ten opzichte van het

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1968 | | pagina 34