films, vooral hierin tot uiting komende, dat hij een groot publiek een vorm van
ontspanning op hoog peil heeft geboden.
De herdenkingszitting werd afgesloten door Seth Gaaikema, die het Hoofdbestuur
en de leden van de Bond in een amusant cabaretprogramma zijn jubileumwensen
aanbood.
De aanwezigen verspreidden zich na de bijeenkomst in de lounges van het Hilton
Hotel voor een stijlvolle ontvangst door het Hoofdbestuur.
In het kader van de jubileumviering had het Hoofdbestuur een bioscoopbonnen-
aktie opgezet, teneinde het publiek bij het jubileum te betrekken. In het tijdvak van
7 tot 28 november werd aan elke bioscoopbezoeker, wiens entreebiljet een con-
trolenummer had eindigende op 50, een bioscoopbon uitgereikt ter waarde van
drie gulden. De bonnen bleven geldig tot 18 december. In afwijking van de gewone
bioscoopbon bleef de geldigheid van de jubileumbonnen beperkt tot het theater
dat de bon had uitgereikt. Deze aktie werd door advertenties onder de aandacht
van het publiek gebracht. Als een bijzondere noot dient nog te worden vermeld,
dat het Hauptverband Deutscher Filmtheater bij gelegenheid van het gouden jubi
leum had besloten de Bond de zogenaamde Goldene Leinwand toe te kennen.
Deze onderscheiding werd uitgereikt tijdens een banket, hetwelk het Hoofdbestuur
de buitenlandse gasten, de ereleden en vertegenwoordigers van de overheid in het
Amstel Hotel te Amsterdam had aangeboden na afloop van de herdenkingsbijeen
komst op 13 november.
De jubileumviering werd besloten met een galapremière van de film „Oliver" ten
bate van het Bio-Revalidatiecentrum te Arnhem. Deze première, die plaats vond
in Cinema Du Midi te Amsterdam, werd onder meer bijgewoond door H. K. H.
prinses Margriet en haar echtgenoot, mr. P. van Vollenhoven.
Belasting Toegevoegde Waarde
Het Hoofdbestuur heeft zich in het verslagjaar uitvoerig bezig gehouden met de
gevolgen van de invoering op 1 januari 1969 van het stelsel van de belasting op de
toegevoegde waarde. Het heeft het nuttig geoordeeld de leden tijdig voor die da
tum te voorzien van de nodige aanwijzingen terzake van de werking van de
B.T.W. Deze aanwijzingen zijn op de praktijk van de verschillende branches in de
filmhandel afgestemd.
Met het oog op het bepaalde in artikel 10 van het Aanvullingsreglement Bonds-
voorwaarden, krachtens hetwelk voor de berekening van filmhuur de bruto-recet-
tes worden verminderd met de omzetbelasting, heeft het Hoofdbestuur de leden
voorts geïnstrueerd omtrent de consequenties van de invoering van de B.T.W.
voor de toepassing van genoemde reglementaire bepaling. Het heeft daarbij in
aanmerking genomen, dat krachtens beschikking van de Staatssecretaris van
Financiën de oude wet op de omzetbelasting in onze handel werd toegepast volgens
de partagegedachte, hierop neerkomende, dat bioscoopexploitant en filmverhuur
der omzetbelasting waren verschuldigd over ieders aandeel in de bioscooprecet
tes. De vermelding van de aftrekbare omzetbelasting op de afrekenstaten over
eenkomstig artikel 10 van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden was aan
de beschikking van de staatssecretaris van Financiën aangepast. Ter vergemak
kelijking van de berekening had het Hoofdbestuur de leden een lijst verstrekt,
waarop de te hanteren omzetbelastingpercentages bij wisselende filmhuren wa
ren vermeld.