Ter voorkoming van een ongewenst cumulatief effect heeft het Hoofdbestuur een aantal stappen ondernomen. Het heeft de leden in het algemeen verzocht mede te werken aan een verhoging van het niveau van reclame en filmtitels. Bovendien heeft het contact opgenomen met het bestuur van de Bedrijfs afdeling Filmverhuurders, omdat de filmverhuurkantoren door de verstrekking van materiaal aan de bioscoopexploitanten nu eenmaal het niveau van de bio scoopreclame in zeer belangrijke mate medebepalen. Voorts heeft het Hoofdbe stuur het initiatief genomen voor een vorm van overleg tussen enige belangrijke bioscoopconcerns in de steden Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdam, zulks in verband met de vooraanstaande rol die de betrokken zaken als première theaters voor geheel Nederland op het stuk van de filmreclame vervullen. Toekenning van eretekens Uit hoofde van zijn op 28 augustus 1956 genomen besluit verleent het Hoofdbe stuur op schriftelijke voordracht van de bondsleden eretekens aan werknemers die gedurende een lange reeks van jaren bij eenzelfde onderneming in het Ne derlandse film- en bioscoopbedrijf in dienst zijn. Er worden zilveren insignes toe gekend wegens trouwe dienstvervulling gedurende tenminste tien jaar, doch minder dan 25 jaar; gouden insignes worden verstrekt aan werknemers die tenminste 25 jaar, maar nog geen 40 jaar bij een onderneming in dienst zijn; gou den eretekens met diamant worden uitgereikt aan personen met een diensttijd van 40 jaar of langer. Er werden in het verslagjaar 26 zilveren steekspelden (voor heren) en 19 zil veren brochettes (voor dames) verleend, 7 gouden steekspelden en 3 gouden brochettes, alsmede 11 gouden steekspelden met diamant en 1 gouden brochet te met diamant. In totaal zijn in 1968 derhalve 67 eretekens met bijbehorende oorkonden toegekend tegen 66 eretekens in 1967. Lijst van geen bezwaar Het aantal aanvragen op de Lijst van Geen Bezwaar bedroeg dit jaar 1160 tegen 1118 in 1967. Hierbij zijn inbegrepen 62 aanvragen voor televisieuitzendingen. In 113 gevallen (20 in 1967) werd de plaatsing geweigerd. Bij deze aantallen zijn niet inbegrepen de filmleveranties via de Stichting Nederlands Filminstituut. De levering van films ten behoeve van leger, marine en luchtmacht geschiedde op de gebruikelijke wijze krachtens de met het Centraal Filmbureau der Krijgsmacht getroffen regeling. Einde 1968 waren 8 filmproducenten door het Hoofdbestuur op de Lijst van Geen Bezwaar geplaatst, zulks conform het advies van het Bestuur der Bedrijfsafdeling Filmproduktie. Deze plaatsingen geschiedden voor een tijdvak van een jaar, ongeacht de mogelijkheid van prolongatie. Commissie voor niet-commerciele reclame De Commissie bestaat uit twee bioscoopondernemers en twee bioscoopreclame exploitanten. Het lid P. J. Burbach overleed in juni van dit jaar. In zijn plaats werd benoemd de heer J. H. van Straaten, directeur van Cloeck en Moedigh N.V. De samenstelling was derhalve op 31 december 1968 als volgt: N. F. van Ewijk, B. W. G. van Royen, J. Smit en J. H. van Straaten. Secretaris was de heer H. W. Hagenberg.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1968 | | pagina 50