De Commissie behoefde in het afgelopen jaar niet meer dan vier aanvragen voor de kosteloze vertoning of reductie op de vertoningsprijzen van platen en films ten behoeve van sociale doeleinden te behandelen. Zij adviseerde in drie gevallen aan de betrokken bioscopen en reclamebureaux tot het verlenen van 50 reductie op de vertoningsprijzen voor platen. Een vierde aanvraag betrof een reclamefilmpje van negen meter voor de Unesco. Gezien de ondoelmatigheid van deze film door het niet overkomen van de reclame boodschap besloot de Commissie geen advies tot reductieverlening te doen uitgaan. Stichting Bio-Vacantieoord De Stichting Bio-Vacantieoord, die door de ondernemers in het Nederlandse film en bioscoopbedrijf is opgericht en waarin zij hun werkzaamheid op charitatief ter rein hebben gebundeld, heeft haar belangrijke taak in 1968 krachtig voortgezet. De Stichting beschikt daartoe over het Bio-Revalidatiecentrum te Arnhem met de daaraan verbonden Mytylschool. In 1968 heeft de Stichting Bio-Vacantieoord twee collectes gehouden. De zomer- collecte in de bioscopen bracht 294.513,28 op tegen 271.650,19 in 1967. De opbrengst van de Kerstcollecte aan het einde van het verslagjaar bedroeg behou dens nog aan te brengen kleine correcties 193.183,80 tegen 269.638,76 in 1967. Ook de leden hebben door giften en door medewerking aan de collecten de Stichting Bio-Vacantieoord weer krachtig gesteund. Het personeel van de biosco pen heeft door zijn enthousiasme tot het behalen van deze resultaten bijgedragen. Het Hoofdbestuur heeft de Stichting in 1968 een subsidie verleend van 2.500, Het bestuur van de Stichting Bio-Vacantieoord was aan het einde van het ver slagjaar samengesteld uit de heren M. Gerschtanowitz, voorzitter, J. G. J. Bos man, vice-voorzitter, A. F. Wolff, secretaris, P. Nassette, penningmeester, C. J. Blad, lid van het dagelijks bestuur, S. Barnstijn, C. van Liere, Joh. Miedema, M. J. W. Peters, W. K. G. van Royen, J. Santé Thedinga, W. G. Veldhuizen en C. van Willigen. Vertegenwoordigingen Een groot aantal bedrijfsgenoten heeft krachtens benoeming of aanbeveling door het Hoofdbestuur de Nederlandse Bioscoopbond in 1968 weer in vele or ganen en instellingen vertegenwoordigd. In aansluiting aan hetgeen terzake reeds bij voorgaande onderwerpen is gerapporteerd, volgt hieronder een samenvatting van de belangrijkste vertegenwoordigingen. In de Centrale Commissie voor de Filmkeuring en in de Huishoudelijke Com missie van deze keuring was de Bond in 1968 vertegenwoordigd door de heer J. Nijland. In de Raad van Beheer van de Stichting Nederlandse Filmstudio hadden zitting de heren W. K. G. van Royen, tevens voorzitter, J. G. J. Bosman en A. F. Wolff. In het bestuur van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films hadden zitting de heren J. G. J. Bosman, G. J. H. Dujardin en M. Gerschtanowitz. De Bond was in de Raad van Beheer van de Stichting Nederlands Filminstituut vertegenwoordigd door de heren J. G. J. Bosman, tevens secretaris-penning meester, W. Hemelraad, J. Nijland en C. S. Roem. De heren E. J. Verschueren, J. G. J. Bosman en W. F. Dubbeldeman hadden

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1968 | | pagina 51