landse Bioscoopbond hebben zich in het verslagjaar onder meer bewogen rond de voorbereiding van de viering van het vijftigjarig bestaan. Er zag een jubileum editie van „Film" het licht, die een globaal beeld gaf van de geschiedenis en de problematiek van het georganiseerde film- en bioscoopbedrijf in Nederland. Wederom werd aan de vooravond van het nieuwe seizoen een overzicht samen gesteld van de te verwachten films in de Nederlandse bioscopen. Deze moment opname blijkt aan het gestelde doel te beantwoorden en zou eigenlijk een aan vulling moeten krijgen in het voorjaar. De medewerking der publiciteitsdien- sten van de leden verhuurders terzake was zeer goed te noemen. De dienst was in technische zin behulpzaam bij de samenstelling van het NTS-programma met filmtips. De taken van de afdeling Voorlichting varieerden voorts van de verzorging van het wekelijkse „persbericht" (waarin mededelingen van de Bond, zowel als in ternationaal filmnieuws worden verspreid) tot het leggen van contacten met de media, het geven van inlichtingen aan pers, publiek en de leden. Het centraal bijhouden van een agenda voor persvoorstellingen en soortgelijke evenementen blijkt zijn vruchten af te werpen. Klachten over samenvallende voor stellingen, waardoor aan beide zijden de organisatoren worden geschaad, wer den niet of nauwelijks meer vernomen. De goede werking van het systeem is echter volkomen afhankelijk van de medewerking der leden. Recette-Controledienst Het reglementair voorgeschreven procentuaal-systeem bij de bepaling der auteurs rechten uit filmvertoningen stelt filmhuren en verhuurlicenties mede afhankelijk van de hoogten der bioscooprecettes en vereist van de leden-bioscoopexploitanten een verantwoording via afrekenstaten van de per bioscoop en per film behaalde recette. De recette-controledienst is als onderdeel van de accountantsafdeling van het Bondsbureau door het Hoofdbestuur belast met het toezicht op deze, in film vertoningsovereenkomsten nader gepreciseerde, afrekeningsverplichting van de bioscoopexploitanten. Het grote kwantum afrekenstaten per jaar, product van aantal bioscopen en van jaaraantal films per bioscoop, belet intussen op rationele gronden, dat deze bewa king tot een garantie zou kunnen leiden terzake van de juistheid en volledigheid van elke specifieke afrekening. Daarom ook zijn de activiteiten van de controle dienst primair op preventie gericht, het administratieve onderzoek vanwege de zekerheid van zijn periodieke herhaling, de zaalcontrole als gevolg van de ongewis heid omtrent de plaats en de tijd van instelling. Het periodieke administratieve onderzoek werd gedurende het verslagjaar bij 309 bioscopen verricht, waarbij per bioscoop voornamelijk het verantwoorde recette totaal tussen twee opeenvolgende controlebezoeken getoetst werd aan het niveau van verkrijging der geldige entreebewijzen; aldus kon wel de volledigheid van het niveau der gezamenlijke verkoopverantwoording per bioscoop voor een controle tijdvak vastgesteld worden. Naheffingen van filmhuren en Bondsbijdragen als uit vloeisel van deze onderzoekingen, tot bedragen van respectievelijk 2.308,03 en 132,40 waren louter het gevolg van geconstateerde accuratessefouten. Contacten vanwege de dienst met het bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmverhuur ders hebben in het verslagjaar andermaal de wenselijkheid beklemtoond van aan-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1968 | | pagina 55