den. Een beslissing over dit laatste werd
aangehouden totdat een nadere detaillering
van de verschillende begrotingsposten be
kend zou zijn. De bijdrage in het Afde
lingsfonds werd in afwachting hiervan voor
lopig opnieuw vastgesteld op 75,en
50,voor respektievelijk leden-producen-
ten en leden-filmfabrikanten.
In de buitengewone ledenvergadering die
is gehouden op 2 december, moest op grond
van het inmiddels in werking getreden nieu
we Afdelingsreglement, het Afdelingsbestuur
formeel opnieuw worden samengesteld. De
hierboven genoemde Bestuursleden werden
bij enkele kandidaatstelling herkozen en
de heer Y. Brusse werd in plaats van de
heer De Haas tot Penningmeester be
noemd. In het kader van het nieuwe regle
ment was de heer L. Claassen door het
Hoofdbestuur aangewezen als Sekretaris
van de Afdeling. Tot gedelegeerde van de
Afdeling in de Bondsraad werd bij enkele
kandidaatstelling benoemd de heer G. F.
de Clerck. In de Bondsraad hebben quali
tate qua tevens zitting de Voorzitter, de
Vice-Voorzitter en de Penningmeester van
de Afdeling.
Er zijn voorts mededelingen gedaan om
trent de invoering van het nieuwe heffings
systeem der omzetbelasting (BTW), dat
per 1 januari 1969 van kracht zou worden;
omtrent voorstellen die door de Algemene
Bond Mercurius zijn ingediend om te ko
men tot een CA.O. voor het filmproduktie-
en laboratoriumbedrijf en omtrent de resul
taten van de Reklamebeurs en de voorlich
tingsfilmdag, die respektievelijk in septem
ber en oktober plaats vonden.
Met betrekking tot de BTW kon voor het
einde van het verslagjaar nog geen defini
tief uitsluitsel aan de leden worden gege
ven, omdat nog overleg gaande was met de
belastingadviseur van de Bond. Het voor
stel voor een CA.O. werd op 22 november
besproken met een aantal leden die rela
tief veel personeel in dienst hebben en
daarbij bleek, dat men een CA.O. voor het
laboratoriumbedrijf in de niet te verre toe
komst wel realiseerbaar achtte, maar dat
de zaken voor het produktiebedrijf veel
moeilijker lagen. Er werd derhalve besloten
het aan het Bestuur over te laten de onder
handelingen met de vakbond voorlopig op
deze basis voort te zetten.
Wat tenslotte de Reklamebeurs en de Voor
lichtingsfilmdag betreft, kan worden ge
rapporteerd dat het bezoek aan de Rekla
mebeurs teleurstellend was, waarschijnlijk
als gevolg van het uitzonderlijk warme
weer in de tweede week van september.
Besloten werd dit vrij kostbare experiment
in de toekomst niet te herhalen. De Voor
lichtingsfilmdag daarentegen die op 23 ok
tober in de RAI te Amsterdam plaats vond,
kon zowel voor wat betreft de presentatie
als voor wat betreft het bezoek, als een suk-
ses worden beschouwd en de ledenvergade
ring ging er dan ook mede akkoord, dat
met de Voorlichtings Sociëteit Amsterdam
wordt gesproken over een voortzetting van
dit soort van propaganda, bijvoorbeeld in
1970.
In de ledenvergadering van 2 december
kwamen voorts nog de plannen van de
Ideeën Kommissie aan de orde, met dien
verstande dat een beslissing over de uit
voering van deze plannen of een gedeelte
daarvan werd opgeschort, omdat naar de
mening van het Bestuur te weinig konkrete
gegevens ter beschikking stonden. Hierover
zou in het begin van het volgende jaar door
het Bestuur nader overleg worden gepleegd
met de Kommissie.
BESTUURSWERKZAAMHEDEN
Er zijn in het verslagjaar 10 bestuursver
gaderingen gehouden, waarvan 7 in de
oude en 3 in de nieuwe konstellatie, dat wil
zeggen na 1 oktober.
In de eerste helft van het jaar heeft het
Bestuur zeer veel tijd moeten besteden aan
de herstruktureringsvoorstellen en de ove
rige zaken die in de ledenvergaderingen
aan de orde zijn geweest. Daarnaast werd
overleg gepleegd met de BUMA over de
zogenaamde kopieregeling, en met de Ar-
beidsinspektie over bepaalde richtlijnen
voor het verrichten van kinderarbeid bij de
produktie van televisiecommercials. Ook de
reeds eerder genoemde Reklamebeurs, de
voorlichtingsfilmdag en de CA.O. vormde
in vele Bestuursvergaderingen een onder
werp van gesprek. Het vestigingsbeleid was
eveneens een regelmatig terugkerend agen
dapunt en over de resultaten wordt gerap
porteerd onder het hoofd Ledental en Lijst
van Geen Bezwaar.
Op het gebied van de filmverzekeringen
was het, nadat in het begin van het jaar
enige wijzigingen in de polisvoorwaarden
waren aanvaard, rustiger dan in voor
gaande jaren. De verzekeringskommissie,
bestaande uit de heren Y. Brusse, D. J.
Verwey en R. H. R. F. Wubbe, behoefde
dit jaar dan ook niet in funktie te treden.
Over de resultaten van de verzekerings
plicht, die per 1 juli van kracht was ge
worden, waren per het einde van het jaar
nog onvoldoende gegevens beschikbaar om
daaraan thans een konklusie te kunnen
verbinden. Het systeem werkte redelijk
goed.