terra fertilis", eveneens van Carillon Films
N.V. behaalde ook dit jaar prijzen en wel
de eerste prijs op het agrarische filmfestival
in Berlijn, alsmede een prijs op het toeris
tische filmfestival in Lausanne. „A matter
of tolerance" en „Allegro Vivace" van Mul-
tifilm N.V. verwierven prijzen op verschil
lende festivals in Rome, en laatstgenoemde
film tevens in San Francisco. Met een film
over veeziekten werd voorts een tweede prijs
behaald tijdens het agrarische filmfestival in
Berlijn. De film „Mixummerdaydream" en
een film over ruimtelijke ordening, beide
eveneens produkties van de N.V. Multifilm
kregen respektievelijk prijzen in San Sebas-
tian en Philadelphia. „Elementen trotseren
elementen" van Mundofilm, die ook reeds
in 1967 prijzen behaalde, werd in 1968 on
derscheiden in Zuid-Amerika.
Voor wat de reklamefilms betreft behaalden
Nederlandse producenten niet minder dan
vier prijzen en twee eervolle vermeldingen
tijdens het belangrijke reklamefilmfestival
in Venetië. Arrow Productions (Holland)
N.V. verwierf daar 2 prijzen, Anglo-Dutch
Group N.V. 1 prijs en de eervolle vermel
dingen gingen naar N.V. Joop Geesink's
Filmproductie „Dollywood" en Paul Huf
Film Associates N.V. De N.V. Anglo-Dutch
Group kreeg voor een van haar reklame
films tevens prijzen in New York en Bern.
Voor de reklamejaarprijzen, uitgereikt door
het Genootschap voor Reclame gingen er 3
naar TopSpot NV., waarvan 2 voor tele
visiecommercials en 1 voor een bioscoop-
reklamefilm.
HET LEDENTAL
Het aantal leden daalde in 1968 met vier,
doordat twee nieuwe produktiebedrijven wer
den toegelaten, te weten Arrow Productions
(Holland) N.V. en Rob Houwer Film Hol
land N.V., terwijl vier producenten het lid
maatschap opzegden, te weten Albert Bro-
sens Filmproductie, Cascade Film, N.V. Fo
rum Filmproductie en Interfilm N.V. en één
lidproducent door faillissement de vereisten
voor het lidmaatschap verloor, dit was John
Rosinga's Telefund Holland N.V. De Film
fabriek Holland, die in het Bedrijfsregister
als filmfabriek en als produktiezaak stond in
geschreven, werd wegens het verlies van de
vereisten door het Hoofdbestuur afgevoerd.
Het lidmaatschap werd voorts nog aange
vraagd door Rob du Mée/Parkfilm NV.,
doch het Bestuur bracht op deze aanvrage
aan de Commissie Nieuwe Zaken een af
wijzend advies uit, omdat het meende dat
voorlopig met plaatsing op de Lijst van
Geen Bezwaar kon worden volstaan. Toen
de Commissie desondanks de gevraagde
toestemming verleende, ging het Bestuur in
hoger beroep, met als resultaat dat de Com
missie Beroep Nieuwe Zaken de in eerste
instantie genomen beslissing vernietigde en
in hoogste instantie de gevraagde toestem
ming weigerde. Tegen het einde van het
verslagjaar vroeg de betrokken onderne
ming alsnog om plaatsing op de Lijst van
Geen Bezwaar. Ook Jan Vrijman Cinepro-
duktie vroeg het lidmaatschap aan, maar
zijn aanvrage kon door de Commissie Nieu-.
we Zaken niet worden afgehandeld wegens
het ontbreken van een aantal noodzakelijke
gegevens. Dit bedrijf bleef derhalve op de
Lijst van Geen Bezwaar geplaatst.
Het aantal leden-producenten bedroeg al
dus per 31 december 41 (45) en het aantal
leden-filmfabrikanten daalde van 12 naar
11.
ERELIDMAATSCHAP
Niet onvermeld mag blijven, dat onze oud-
voorzitter, de heer C. S. Roem, die in 1967
met het oog op zijn leeftijd de voorzitters
hamer neerlegde, in de Jaarlijkse Ledenver
gadering van de Bond, gehouden op 29 mei,
werd benoemd tot erelid, wegens zijn grote
verdiensten voor de organisatie en voor het
bedrijf.
LIJST VAN GEEN BEZWAAR
Per 1 januari waren 14 produktiebedrijven
op de Lijst van Geen Bezwaar geplaatst.
Daarvan zijn er in de loop van het jaar 5
afgevallen, namelijk Fons Rademakers
Filmproductie, de heer J. Apon en Par-
nasse-Produkties, die door het Hoofdbestuur
van de Lijst werden afgevoerd omdat zij
niet aan hun verplichtingen hadden vol
daan, alsmede Atlas Film en Televisie Rea
lisatie Trebert CV., die wegens faillisse
ment werden afgevoerd.
Daar staat tegenover dat 7 nieuwe aanvra
gen binnenkwamen en wel van Target
Films CV., Koedijk Film, Rob du Mee/
Parkfilm N.V., N.V. Hilvaria Studio's Ex
ploitatie Maatschappij, Quasar Film, de
heer H. Moolenbel en Franz Arnold Pro-
motional Films. Op eerstgenoemde 4 aan
vragen bracht het Bestuur, hoewel in som
mige gevallen na zeer langdurig beraad,
een gunstig advies uit aan het Hoofdbe
stuur. Per het einde van het verslagjaar was
door het Hoofdbestuur op 3 van deze 4
aanvragen nog niet beslist. De aanvrage
van Hilvaria Studio's voor een studio-ex
ploitatie, behoorde naar de mening van het
Hoofdbestuur niet via de Lijst van Geen
Bezwaar te lopen. Deze aanvrager werd