Afdeling 's-Gravenhage Afdeling Het Noorden Afdeling Het Zuiden reid zullen zijn het hunne bij te dragen tot verwezenlijking der doelstellingen dezer af deling, mag overigens bij voorbaat als vast staand worden aangenomen. M. Gerschtanowitz, secretaris Als gevolg van de herstructurering van de Nederlandse Bioscoopbond heeft de Afde ling 's-Gravenhage van de Nederlandse Bio scoopbond opgehouden te bestaan als zelf standige afdeling. Sinds 1923 heeft deze afdeling naast de algemene belangen van de Haagse exploi tanten, vooral de specifieke Haagse belan gen behartigd en in de loop van deze tijd hebben vele bestuurders hun beste krachten hieraan gewijd. In plaats van drie afzonderlijke Afdelingen Amsterdam, Rotterdam en Den Haag vor men de exploitanten in deze drie steden thans de Afdeling A van de Nederlandse Bioscoopbond. Deze Afdeling A vertegen woordigt hiermede ruim 80 exploitaties. Deze combinatie zal zijn nut in de toe komst zeker bewijzen door een efficiëntere behandeling van de meeste problemen, die juist in deze drie hoofdsteden vaak gelijk zijn. Hierbij komt dat in het huidige be stuur van Afdeling A vier van de vijf be stuursleden, namelijk met uitzondering van een Haags lid, in deze drie steden theaters exploiteren. Wij zijn daarom van mening, dat ondanks dat wel iets verloren gegaan is van het di recte contact, de Haagse problemen in de nieuwe constellatie de nodige aandacht krij gen. Met dit laatste verlag van de Afdeling 's-Gravenhage is een streep gezet onder de geschiedenis van dit college, dat onder lei ding van vele ijverige bestuurders veel werk heeft verzet om het bioscoopbedrijf een waardige plaats te doen innemen in het Haagse amusementbedrijf. M. S. Schaap, voorzitter. Het afgelopen jaar kenmerkte zich door de vele vergaderingen, die de bestuursleden van de diverse afdelingen hebben bijge woond om de herstructerering van de Bond tot een feit te maken. In onze afdeling werd een vergadering belegd, waar ook de Bondsvoorzitter, de heer Bosman aanwezig was om de komende structuur van de Bond te bespreken en nader toe te lichten. In een eerder gehouden vergadering op 14 februari werd afscheid genomen van de heer C. E. N. Ploeger als bestuurslid. Zijn plaats aan de bestuurstafel werd ingenomen door de heer J. Miedema te Sneek. Het bestuur werd dus gevormd door de heren H. Zondervan, voorzitter, G. Schepel, se cretaris, H. Holman, penningmeester, J. Miedema en J. S. Thedinga. In de afde- lingsraad werden wij vertegenwoordigd door de heren Holman, Schepel en Zon dervan. In de Ledenraad was de heer Zon dervan onze afgevaardigde. Dit is het laatste verslag, dat uit de Afd. Het Noorden komt, daar in verband met de herstructurering de leden van de Afde ling in andere Afdelingen zijn onderge bracht al naar gelang de jaaromzet van hun zaken. Ik moge thans afscheid nemen, de hoop uitsprekend, dat het alle collega's van de voormalige Afdeling Het Noorden goed moge gaan. Er zullen in de toekomst vele moeilijkheden moeten worden overwonnen om voor de kleine exploitanten een moge lijkheid te vinden om hun zaken naar be horen te kunnen exploiteren. Laten we hopen, dat de nieuwe structuur er toe zal bijdragen, dat er nieuwe gezonde ideeën ge boren mogen worden tot tevredenheid van de leden en tot heil van ons bedrijf. G. Schepel secretaris De leden kwamen nog driemaal in vergade ring bijeen, n.1. op 7 februari voor de jaar vergadering, waar tevens een redelijk ge slaagd congres aan verbonden was; op 21 februari voor de behandeling van de her structurering van de Bond en op 22 mei werd de laatste vergadering gehouden. De aftredende bestuursleden werden in de jaar vergadering bij acclamatie herkozen. Nieuwe activiteiten konden niet meer wor den ontplooid, omdat de gehele gang van zaken in het licht stond van de naderende herstructurering van de organisatie, die in het lopende jaar haar definitieve vorm vond. Nu de Afdeling als zodanig heeft opgehou den te bestaan is een woord van dank ver schuldigd aan de bestuursleden voor hun werkzaamheden en tevens aan die leden die door hun aanwezigheid op de vergaderingen blijk gaven van belangstelling voor de be staande problemen in het bioscoopbedrijf. C. Geerts, secretaris

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1968 | | pagina 73