is uiteengezet, werd het de verhuurder krachtens het voorstel van het Hoofd
bestuur mogelijk gemaakt voor leveranties aan bioscopen met omzetten tot
bepaalde niveaus uitzonderingsgewijze garanties te bedingen van 40,resp.
60,De Exploitantenraad huldigde de opinie, dat deze exceptiebepaling
onbillijk kan werken, indien een verhuurder verschillende hoofdfilms voor
vertoning in een week aan een bioscoopexploitant levert en dan derhalve het
risico van lagere opbrengsten per film zelf aanvaardt. De Raad was van oor
deel, dat in een dergelijk geval niet een garantie per film zou mogen worden
bedongen, doch een garantie voor de filmhuurontvangsten van de desbetref
fende films gezamenlijk. Deze garantie zou dan moeten bedragen 40,res
pectievelijk 60,vermenigvuldigd met het aantal geleverde hoofdfilms.
Het Hoofdbestuur ontraadde aanneming van het amendement én in verband
met de overwegingen, die aan de exceptiebepaling ten grondslag hadden ge
legen én met het oog op de samenhang van de wijzigingsvoorstellen. Wel was
het Hoofdbestuur de opvatting toegedaan, dat zich bij de verhuur van een
film voor vertoning in een enkele voorstelling (cyclus-, matinee- of nacht
voorstelling) onvoorziene omstandigheden kunren voordoen als een extreme
weerstoestand of een bijzondere televisieuitzending, waardoor de toepassing
van het garantiebeding voor de bioscoopexploitant zeer ongunstig zal werken.
Op grond van toezeggingen van verhuurderszijde bij de behandeling van het
voorstel achtte het Hoofdbestuur het vertrouwen gerechtvaardigd, dat in een
dergelijke situatie in onderling overleg tussen partijen een redelijke en soepele
toepassing van het garantiebeding zal plaatshebben.
Een amendement van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders om in artikel 12 B,
laatste volzin, dat nader aangeeft op welke wijze de omzetramingen als be
doeld in de artikelen 10 en 11 dienen te geschieden, het woord Bondsbureau"
te vervangen door „Hoofdbestuur" werd door het Hoofdbestuur van een gun
stig pre-advies voorzien.
De Bondsraad aanvaardde het voorstel van het Hoofdbestuur tot wijziging
van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden in zijn buitengewone verga
dering van 16 december met algemene stemmen, zulks met inbegrip van de
amendementen ten aanzien waarvan het Hoofdbestuur gunstig had geadvi
seerd.
b. Reglement op de Recette-administratie.
Bij afschaffing van de vermakelijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen,
waarin door het bij het Parlement in behandeling zijnde wetsvoorstel tot wijzi
ging van de bepalingen inzake gemeentelijke en provinciale belastingen is
voorzien, zijn nadere voorschriften noodzakelijk met betrekking tot de toe
gangsbewijzen. De verplichting van de leden-bioscoopexploitanten tot het be
trekken van entreekaarten van de gemeenten, samenhangende met de des
betreffende belastingverordeningen, komt daarmede te vervallen.
Derhalve doet zich dan de behoefte gevoelen aan een uniforme Bondsrege
ling van zodanige aard, dat mede kan worden voldaan aan de eisen, die uit
een oogpunt van controle en statistiek dienen te worden gesteld.
Het Hoofdbestuur was van oordeel, dat een sluitende regeling alleen dan zou
zijn te realiseren, indien de leden-bioscoopexploitanten na de belastingaf
schaffing slechts entreekaarten zullen gaan gebruiken, die zij betrekken van
een of meer door het Hoofdbestuur aan te wijzen drukkerijen. Het Hoofdbe
stuur gaf er de voorkeur aan, dat dit betrekken door bemiddeling van het