Het voorstel van het Hoofdbestuur tot vaststelling van een nieuw Reglement
op de Recette-Administratie ter vervanging van het bestaande Reglement
Recettecontröle was gericht op de afschaffing der vermakelijkheidsbelasting, waar
in door het bij het parlement in behandeling zijnde wetsvoorstel tot wijziging van
de bepalingen inzake gemeentelijke en provinciale belastingen is voorzien. Nadere
voorschriften terzake van het betrekken van entreekaarten, die tot dusverre door
de gemeenten worden verstrekt, waren daartoe nodig. Van deze gelegenheid was
tevens gebruik gemaakt om de bepalingen betreffende de recetteboekhouding te
verbeteren.
Op dit voorstel had de Exploitantenraad als resultaat van een grondige bespreking
in de exploitantenafdelingen enige amendementen ingediend van praktische aard,
waarmede het Hoofdbestuur instemming betuigde.
Dit college ontraadde evenwel een amendement van de Bedrijfsafdeling Filmver
huurders om het Nieuwe reglement behoudens voor wat de bepalingen op de
aankoop van entreekaarten betreft reeds op 1 februari 1960 in werking te laten
treden. Het bezwaar van het Hoofdbestuur kwam hierop neer, dat op deze manier
met het oude Reglement op de Recette-Controle ook de bestaande voorschriften
op het gebied van de entreekaarten zouden verdwijnen, terwijl de nieuwe voor
schriften nog niet in werking konden treden, hetgeen tot een onoverzichtelijke en
verwarrende situatie zou leiden.
Het Hoofdbestuur bracht een gunstig prae-advies uit op een ander amendement
der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, beogende een synchronisatie tot stand te
brengen tussen de termijn voor het betalen van filmhuur na verzending van een
sommatie volgens de Bondsvoorwaarden en de termijn voor het voldoen van te
weinig betaalde filmhuur, als dat laatste bij controle gebleken is. Alleen gaf het
Hoofdbestuur er de voorkeur aan de betalingsdag te verschuiven naar de tweede
dinsdag volgende op de verzending der kennisgeving van het Bondsbureau.
De amendementen werden overeenkomstig de prae-adviezen van het Hoofdbestuur
goedgekeurd respectievelijk verworpen en het nieuwe aldus gereglementeerde Re
glement op de Recette-administratie werd met algemene stemmen aanvaard.
In dezelfde vergadering heeft de Bondsraad behandeld voorstellen van het Hoofd
bestuur tot wijziging van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden. In de alge
mene toelichting had het Hoofdbestuur gereleveerd, dat er sedert de laatste wijzi
ging van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden op 27 november 1962 zo
wel van de zijde der leden-bioscoopexploitanten als van de leden-filmverhuurders
wensen waren kenbaar gemaakt tot herziening van het stelsel der leveringscondi
ties, neergelegd in het Aanvullingsreglement. Bij de formulering der wijzigings
voorstellen moest rekening worden gehouden met de grotere kwetsbaarheid van
kleine bioscopen en een belangrijke categorie middelgrote bioscopen. Daartegeno
ver moest ook tegemoet gekomen worden aan gerechtvaardigde verlangens van de
andere bedrijfsgroeperingen.
De Exploitantenraad had op het voorstel drie amendementen ingediend, de Be
drijfsafdeling Filmverhuurders één amendement.
De door het Hoofdbestuur voorgestelde wijziging van de voorschriften op het ge
bied der bedrijfsvoorstellingen betekende een aanpassing aan de praktijk, zoals die
de laatste jaren is gegroeid.
Dat voorstel ontmoette algemene instemming evenals een amendement van de Ex
ploitantenraad om de exceptie ten aanzien van het afsluiten van niet in een be
drij f svoorstelling vertoonde films ook toepasseüjk te verklaren op vertoningsover
eenkomsten betreffende de premièreweek in Nederland van een buitenlandse