Geerling, Amsterdam, W. J. F. van Ewijk, Laren (N.H.), P. J. N. R. Ooms, Am sterdam, H. Miedema, Deventer, B. W. G. van Royen, Amsterdam, plaatsvervan gende leden en H. W. Hagenberg, Secretaris. De Commissie heeft in 1970 één zitting gehouden onder leiding van Mr. J. A. van Lanschot Hubrecht. Behandeld werd een beroep van het Bestuur der Bedrijfsafde ling Filmverhuurders tegen een beslissing van de Commissie Nieuwe Zaken, waar bij aan Cupido Films te Amsterdam toestemming was verleend tot het gaan exploi teren van een nieuw filmverhuurkantoor. Het beroep werd verworpen. BESLISSINGEN HOOFDBESTUUR In het Bedrijfsregister werd een nieuwe permanente bioscoop ingeschreven en wel het Lijnbaantheater te Rotterdam (250 zitplaatsen). Uitgeschreven werden achttien permanente bioscopen-A met 7.424 zitplaatsen en wel: Ambassade-Amsterdam, Asta-Beek, Oliveo-Born, Minerva-Heemstede, He- bios-Heer, VIOS-Helden, Alcazar-Helmond, Nieuwe-Lochem, City-Lutjebroek, Luxor-Maassluis, Luxor-Oirschot, Lido-Oude Pekela, Thalia-Sliedrecht, R.K. Jeugdhuis-Steijn, City-Uithuizen, Tobi-Vaals, Astoria-Winterswijk en Victory-Wij- chen. Verder werden uitgeschreven zes permanente bioscopen-B met 1.869 zitplaatsen, namelijk: Sarto-Andijk, Centrum-Axel, Ontspanningsgebouw-Budel, De Zon-Om men, Centrum-Venhuizen en Walaria-Well. Het aantal ingeschreven bioscopen daalde derhalve met 23 (opgeheven 24, minus 1 nieuwe vestiging) tot 411 op 1 januari 1971. Tengevolge van de opheffing van 24 bioscopen met 9.293 zitplaatsen, en de wijzi ging van zitplaatsenaantallen door verbouwingen of renovaties daalde het aantal bioscoopstoelen met 10.708 tot 200.951. Afgevoerd werd de reizende bioscoop Abeln te Musselkanaal, waardoor het aantal reizende bioscopen daalde tot 13. Ingeschreven werd het nieuwe filmverhuurkantoor de N.V. Cupido te Amsterdam, waardoor het aantal filmverhuurkantoren op 38 kwam. Eveneens werd toegelaten en ingeschreven de nieuwe filmproducent Cineproductie N.V. te Amsterdam. Uit geschreven werden als producenten: het Titra Filmlaboratorium N.V. en de N.V. Cefima, beide te Amsterdam, waardoor het aantal filmproducenten verminderde tot 41. Aan 8 aanvragers verleende het Hoofdbestuur toestemming tot het overnemen en voortzetten van in totaal 10 permanente bioscopen en een reizende bioscoop. HET AANTAL LEDEN EN ZAKEN Dit hoofdstuk bevat als te doen gebruikelijk een tabel van de aantallen aangesloten zaken op 1 januari 1971 en in de tien voorafgaande jaren. Het Hoofdbestuur liet in het verslagjaar 7 nieuwe leden toe, in meerderheid ex ploiterende bestaande zaken, die werden voortgezet. Er vervielen 19 leden van het lidmaatschap wegens verlies der vereisten (als gevolg van het opheffen van zaken of de overdracht van zaken aan derden) dan wel wegens overlijden. Op 1 januari 1971 had de Bond een ledental van 322 met een zakentotaal van 515.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1970 | | pagina 26