Technische Commissie
Arbitrage
De Commissie was evenals in 1969 samengesteld uit de heren D. J. van Leen,
Voorzitter; O. P. Besseling, Th. Cornelissen, G. J. H. Dujardin, J. J. L. Gielisse,
D. Siem, H. W. Hagenberg, Secretaris en L. Claassen, plaatsvervangend Secretaris.
Gedurende het verslagjaar kwam de Commissie niet in vergadering bijeen. Wel
bracht een delegatie uit de Commissie een bezoek aan een in aanbouw zijnde
nieuwe bioscoop, teneinde daaromtrent advies aan de Commissie Nieuwe Zaken
te kunnen uitbrengen.
De overige lopende technische aangelegenheden waren, ook dit jaar, in handen van
de Technische Dienst van het Bondsbureau. Daarover wordt onder het hoofd
Bondsbureau elders in dit verslag gerapporteerd.
De automatisering van projectiecabines zette zich ook in 1970 voort. Het aantal
volledig geautomatiseerde bioscopen steeg van 20 tot 24 en het aantal half geauto
matiseerde installaties van 9 tot 18. In dit laatste aantal zijn verscheidene biosco
pen opgenomen die voornemens zijn om binnen afzienbare tijd op volautomatisch
bedrijf over te gaan. Aan het einde van het verslagjaar waren bij een aantal andere
bioscopen plannen in voorbereiding om te komen tot automatisering. Gezien deze
ontwikkelingen zijn door de Stichting voor Operateursopleiding voorbereidselen
getroffen om te komen tot een speciale cursus voor hen die met projectie-automa
ten moeten omgaan.
In het aantal van 38 70 mm-bioscopen, kwam gedurende het verslagjaar geen ver
andering, zulks mede als gevolg van het feit dat er slechts weinig 70 mm-films aan
de markt kwamen en er in het buitenland geen tekenen zijn die erop wijzen, dat het
aanbod in de naaste toekomst groter zal worden. Ook het aantal bioscopen dat is
uitgerust voor de vertoning van films met magnetisch geluid bleef gehandhaafd op
71, waarin vorenbedoelde 70 mm-bioscopen zijn begrepen.
COMMISSIE VAN GESCHILLEN
De heer C. van Willigen uit Wassenaar heeft zich met het oog op zijn leeftijd het
vorig jaar niet langer beschikbaar willen stellen als Voorzitter van de Commissie
van Geschillen. Uiteraard moesten zijn motieven voor dit aftreden worden geres
pecteerd. Voor de grote en belangrijke diensten, welke hij in deze functie aan de
organisatie en het bedrijf heeft bewezen, moeten wij hem zeer dankbaar zijn.
De heer J. de Wilde werd tot Voorzitter van de Commissie van Geschillen be
noemd en in diens vroegere plaats als plaatsvervangend Voorzitter werd benoemd
de heer C. J. Blad. De daardoor ontstane vacature van lid-exploitant van de Com
missie van Geschillen werd aangevuld door de benoeming van de heer J. van Dom
melen. Secretaris bleef de heer H. W. Hagenberg.
Door loting werden de Kamers als volgt vastgesteld:
Eerste Kamer: E. J. Verschueren en J. van Willigen.
Tweede Kamer: W. J. F. van Ewijk en Jan Miedema.
Derde Kamer: J. van Dommelen en R. A. H. Herzet.
Gedurende 1970 zijn er 16 geschillen (het jaar daarvoor 27) aanhangig gemaakt.
In zes van deze zaken werd vonnis gewezen, de andere geschillen werden voor of
tijdens de behandeling ingetrokken.